“De onderwerpen voor straffe misdaadverhalen liggen hier voor het grijpen”

Wat is er eigen aan de Vlaamse misdaadroman en hoe past die in de internationale thrillerscene? We vroegen het aan journalisten Linda Asselbergs en John Vervoort, die het genre een warm hart toedragen en de nieuwigheden op de voet volgen. Hij is kersvers lid van de adviescommissie proza van Literatuur Vlaanderen, zij zat er enkele jaren geleden in. Alle twee zitten ze ook in de jury van de Knack Hercule Poirotprijs, waarmee ze elk jaar de spannendste Vlaamse misdaadroman bekronen.

Interview: Katrien Elen

Linda Asselbergs en John Vervoort
©

Michiel Devijver

Linda: “De Vlaamse misdaadroman is een druk beoefend genre. We zijn niet met zo gek veel Vlamingen, maar elk jaar zijn er meer dan vijftig inzendingen voor de prijs. Dat vind ik toch opmerkelijk. Veel Vlamingen voelen zich geroepen om een thriller te schrijven.”

John: “Ze worden hier dan ook gretig gelezen. Natuurlijk leest de Vlaming al eens graag een spannend boek dat zich in pakweg New York situeert, maar we houden ook van verhalen die zich afspelen in onze contreien. Elke Vlaamse stad heeft een schrijver en een bijbehorende reeks: van Yves Pierreux in Knokke, over Toni Coppers in Antwerpen, tot wijlen Pieter Aspe in Brugge. De sfeerschepping is dan ook een belangrijk aspect. Personages die een pint gaan pakken op de Dageraadplaats in Antwerpen bijvoorbeeld. Een schrijver moet daar zijn tijd voor uittrekken.”

Dat is ontegensprekelijk een troef voor de lokale lezer, maar spreekt dat de internationale lezer ook aan?

Linda: “Ja! Via een misdaadroman krijg je als lezer veel couleur locale mee. Als je Vlaamse thrillers leest, leer je Vlaanderen kennen. Of Brussel. Zelf ben ik als tiener begonnen met Zweedse thrillers. Toen ik voor het eerst in Stockholm kwam, had ik het gevoel dat ik al eens door de straten had gewandeld.”

John: “Maar we hebben natuurlijk ook misdaadauteurs van wie de romans de landsgrenzen overschrijden. Jan van der Cruysse bijvoorbeeld. Of Benny Baudew‘ns, wiens 'Buchinsky incident’ we afgelopen jaar bekroonden met de Knack Hercule Poirotprijs. Met de fictieve verovering van Brussel door de Russen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft dat boek een groots opgezette plot.”

Linda: “De boeken die zich in Vlaanderen afspelen, zijn ook niet kneuterig. Patrick Conrad schrijft misschien wel met veel nostalgie over het Antwerpse uitgaansleven en de kunstscene van de jaren zeventig - een milieu dat hij heel goed kent - maar de meeste verhalen zijn geworteld in de actualiteit.”

Via een misdaadroman krijg je als lezer veel couleur locale mee. Als je Vlaamse thrillers leest, leer je Vlaanderen kennen.

Linda Asselbergs

In welke internationale traditie past de Vlaamse thriller?

John: “Onze misdaadauteurs hebben zich geënt op de Scandinavische en angelsaksische traditie. Denk: klassieke misdaadverhalen rond een getormenteerde politieagent. Zo’n type dat graag op café zit, moeilijkheden heeft met zijn leidinggevende en ongelukkig getrouwd is. Ik ken maar weinig boeken over politieagenten die niet worstelen met een drankprobleem, een goede relatie hebben met hun baas en nooit vreemdgaan.”

Waarin onderscheiden we ons dan?

Linda Asselbergs en John Vervoort
©

Michiel Devijver

John: “Een thriller is meer dan een straf misdaadverhaal. Met een thriller kun je ook veel vertellen over de samenleving en haar problemen. Jef Geeraerts heeft die traditie bij ons in gang gezet. Het klinkt wat gek, maar op dat vlak zitten we in Vlaanderen wel goed. De onderwerpen liggen voor het grijpen. De drugsmaffia, de migrantenproblematiek, de vrouwenhandel... Hetzelfde met Brussel, waar de Europese en nationale politiek samenkomen en het wemelt van de spionnen en lobbyisten.”

Linda: “Er gebeuren hier zaken die recht uit een misdaadverhaal lijken te komen. Conservatieve Europarlementsleden die betrapt worden op een seksfeestje bijvoorbeeld. De waarheid is soms absurder dan de fictie.”

John: “Vlaanderen - en België bij uitbreiding - heeft ook een dankbare geschiedenis voor historische misdaadromans: de oorlog, de collaboratie... Dossiers rond de Bende van Nijvel of de zaak Dutroux kunnen een bron van inspiratie zijn voor misdaadauteurs. Verder is het wachten op de eerste titel over pedofilie in de Kerk.”

Dossiers rond de Bende van Nijvel of de zaak Dutroux kunnen een bron van inspiratie zijn voor misdaadauteurs. Verder is het wachten op de eerste titel over pedofilie in de Kerk.

John Vervoort

Jullie volgen de Vlaamse misdaadromans al langer op dan vandaag. Welke evoluties heeft het genre doorgemaakt?

John: “Er zijn er wel een paar. Al kun je die evoluties niet los zien van internationale tendensen. In de eerste plaats is het technisch veel moeilijker geworden om een misdaadverhaal te schrijven. Neem nu de drugsmaffia. Het is niet evident om te begrijpen hoe dat echt in elkaar zit. Zeker als je het hebt over cybercrime, zoals Sky ECC. Ook moet een hedendaags misdaadauteur er rekening mee houden dat je hier bijna niet meer over straat kunt lopen zonder gefilmd te worden. Als je een inbraak situeert in Antwerpen, dan zit je met het gegeven van camerabeelden. Dat maakt het voor een auteur moeilijker om een geloofwaardige plot te bedenken.’

Linda: “Probeer nog maar eens om spoorloos te verdwijnen… Dat gaat niet meer. (lacht)”

John: “Daarnaast heb ik het gevoel dat de scheiding tussen de echte literatuur en de misdaadliteratuur – die ik overigens artificieel vind - steeds dunner wordt. Dat thrillers meer literair werden, is eigenlijk al aan de gang van de jaren tachtig en negentig, met schrijvers als Henning Mankell en Stieg Larsson. Recent merk ik dat veel literaire auteurs - ik denk dan bijvoorbeeld aan iemand als Gaea Schoeters met ‘Trofee’ - spannende verhalen gaan schrijven. Het lijkt of ze de noodzaak hebben ingezien van een meeslepende plot. De toekomst van de literatuur oogt niet rooskleurig, maar mensen lezen nog altijd graag spannende verhalen.”

Linda: “Dat misdaadverhalen steeds beter zijn geschreven, is een fijne evolutie. Vroeger dacht ik toch vaak: dat is leuk bedacht, maar stilistisch is het slordig. Al is er nog werk aan de winkel.”

John: “Het genre professionaliseert vanuit verschillende hoeken. Zo coachte ik vorig jaar een groep van zes beginnende thrillerauteurs via GENRELAB: Thriller, een initiatief van auteur Dimitri Bontenakel, met subsidies van onder meer Literatuur Vlaanderen. Gedurende vier weekends begeleidde ik hen samen met schrijfster Johanna Spaey en Dimitri bij het schrijven van een nieuw boek. Een fijn initiatief. Het doorbreekt de eenzaamheid van het schrijversvak en het resultaat van de doorgedreven feedback is er ook. Twee van de deelnemers hebben nu al een uitgeefcontract te pakken.”

John Vervoort en Linda Asselbergs
©

Michiel Devijver

Zijn er thema’s die in de lucht hangen?

John: “Dit jaar zijn er een paar boeken verschenen waarin de geschiedenis wordt herschreven. Het ‘Buchinsky incident’ bijvoorbeeld suggereert dat de Russen niet in Berlijn zijn gestopt, maar dat ze tot in Brussel zijn geraakt. In ‘Bot mes’ van Dieter Rogiers en ‘Bart, de middelmaat & de maagverkleining’ van Peter Thiessen was België gesplitst.”

Linda: “Ik herinner me een jaar met vijf boeken met afgehakte handen. Dat moet toeval zijn geweest, maar je denkt toch: ‘Hoe is dat mogelijk.’ (lacht)”

John: “Die expliciete gruwelbeschrijvingen zijn nu trouwens weer op hun retour. Er was een tijd dat het allemaal heel expliciet moest zijn. Je las de meest gruwelijke verkrachtingsscènes. Misdaad is smerig, de lezer mag dat voelen, maar het lijkt of we dat hebben gehad. Er wordt meer gesuggereerd.”

Tot slot: in welke landen zou de Vlaamse misdaadroman het goed kunnen doen?

John: “Omdat onze traditie geënt is op de angelsaksische en Scandinavische traditie - en de concurrentie daar heel groot is - zou ik me als uitgever richten op het zuiden van Europa. De sfeer van Franse of Spaanse misdaadverhalen is heel anders dan de onze.”