Poetik Bazar, een literair festival als poëtische daad van verzet

In de kijker 19 oktober 2025

Al vijf jaar brengt Poetik Bazar een weekend lang een honderdtal Belgische en internationale uitgevers, artiesten en illustratoren samen voor een poëziemarkt en -festival. Mélanie Godin, uitgeefster en directrice van Midis Poésie, is een van de organisatoren. Literatuur Vlaanderen geeft financiële steun via de subsidie voor literaire projecten

©

Anne Nivet

Kun je wat meer vertellen over de ontstaansgeschiedenis van Poetik Bazar?

“Poetik Bazar is een initiatief van verschillende literaire organisaties. Midis Poésie doet de coördinatie op vlak van subsidies en administratie. Afgelopen september vond de vijfde editie plaats. Drie dagen lang verzamelden Belgische en internationale uitgevers, ontwerpers en illustratoren voor een poëziemarkt in de Hallen van Schaarbeek. Daarnaast was er een poëzieprogramma met optredens, lezingen en workshops. Dat programma werd dit jaar gecureerd door de Brusselse stadsdichter Lisetta Ma Neza.”  

Waarvoor dient de projectsubsidie van 10.000 euro die jullie krijgen van Literatuur Vlaanderen?

“Poetik Bazar is een meertalig festival. Alle communicatie, van de flyers tot de website, gebeurt in drie talen: Nederlands, Frans en Engels. En er staan zowel Franstalige, Engelstalige als Nederlandstalige artiesten op het podium, ook hun teksten worden vertaald. Voor een stuk dient het budget voor de communicatie en vertalingen naar het Nederlands, maar in de eerste plaats gebruiken we de subsidies om de Vlaamse en Nederlandstalige artiesten te vergoeden. Dit jaar waren dat onder meer Lisette Ma Neza - zij was niet alleen curator maar heeft ook verschillende activiteiten voor haar rekening genomen - Ruth Lasters en Myriem El-Kaddouri.” 

©

Anaïs Dudon

Het aandeel Franstalige artiesten in het programma is wel groter.

“Het gros van de subsidies komt van de Waalse gemeenschap en van de Franse Gemeenschapscommissie. Langs die kant krijgen we meer dan vier keer zoveel, dat maakt dat er meer budget is voor Franstalige artiesten. Het zou fantastisch zijn mocht het Nederlands de helft van het programma uitmaken, maar daar zijn niet genoeg fondsen voor.”

Voor de vorige edities kregen jullie 15.000 euro. Wat is de reden dat het bedrag dit jaar lager lag?  

“In het verleden waren het Poëziecentrum en Vonk & Zonen betrokken partners. Zij hadden dit jaar andere prioriteiten en hebben ervoor gekozen om zich terug te trekken. Bij Literatuur Vlaanderen leefde de vrees dat de Vlaamse poëzie zo ook uit het programma zou verdwijnen. Met deze editie hebben we getoond dat die vrees niet terecht was. 

©

Anne Nivet

Om het Nederlandstalige programma te versterken, zijn we samenwerkingen aangegaan met Passa Porta en Muntpunt. Dat heeft mooie momenten opgeleverd.

Ik denk nu aan de openingsavond met onder meer Babs Gons, aan het poëziesalon Poeticafe of aan het slotevent waarop Lisette teksten bracht uit de workshops die ze tijdens het weekend had opgezet. Wel moeten we toegeven dat het een uitdaging was om een Nederlandstalig aanbod te voorzien op de poëziemarkt. Vroeger had het Poëziecentrum een stand, die was er nu niet.

Franstalige en Nederlandstalige artiesten op hetzelfde podium programmeren is nooit verworven, zeker niet in het huidige politieke klimaat. Voor ons is het echter ondenkbaar om een internationaal evenement in Brussel te organiseren waarop pakweg de Italiaanse of Spaanse poëzie op hetzelfde niveau zouden staan als de Nederlandstalige. De Nederlandstalige poëzie moet prominent gerepresenteerd zijn.”

©

Anaïs Dudon

Wie bereiken jullie met het festival? 

“In totaal hebben er verspreid over het hele weekend zo’n 5000 poëzieliefhebbers deelgenomen. Het gros daarvan kwam uit Brussel. Omdat de meerderheid in Brussel Franstalig is, waren dat dus ook meer Franstaligen. Maar dat mag geen reden zijn om geen Vlamingen te programmeren, integendeel. Het is net belangrijk om bruggen tussen de beide gemeenschappen te blijven bouwen. Daar willen we voor blijven gaan. Ook al vraagt dat veel inspanningen. Aan het schoolprogramma op vrijdag namen wel opvallend veel Nederlandstalige scholen deel.”

©

Anaïs Dudon

Wat biedt Poetik Bazar de Vlaamse auteurs die bij jullie geprogrammeerd staan?

“Voor een groot deel van het publiek zijn de Vlaamse artiesten minder bekend dan de Franstalige, dat maakt het niet altijd eenvoudig. Maar er zijn enorm veel mensen die me nadien in het Frans hebben aangesproken met de vraag of ze de teksten van Lisette ergens kunnen verkrijgen of dat Babs Gons al vertaald is naar het Frans. 

Het is fijn voor de aanwezigen om artiesten van over de taalgrens te leren kennen en voor de artiesten is het waardevol om ontdekt te worden door een nieuw publiek. In het verleden heeft het festival al bewezen dat het een springplank kan zijn.

Astrid Haerens heeft dankzij een contact op Poetik Bazar een Franse uitgever gevonden. Andere artiesten zijn dan weer opgepikt door internationale festivals. Wat veel artiesten ook fijn vinden is dat ze het podium delen met kunstenaars van over de taalgrens die ze voordien niet kenden. Het gebeurt regelmatig dat daar professionele samenwerkingen uit ontstaan. Voor mij persoonlijk was het werk van Babs Gons bijvoorbeeld een ontdekking. Ik heb zin om haar naar het Frans te vertalen. Lisette heeft nog geen boek uit, maar wie weet kan haar werk wel simultaan in het Frans verschijnen.”

©

Anne Nivet

Hoe zie je de toekomst van Poetik Bazar?

“Door de jaren heen heeft het festival heel goede reacties gekregen, ook internationaal worden we opgepikt. Dit jaar waren er Zwitserse en Canadese uitgevers aanwezig, maar ook artiesten uit Zuid-Afrika en Palestina. We staan binnen de sector echt voor vernieuwing in de poëzie. 

We tonen dat poëzie veel meer is dan een paar verzen in een boek, en breken de grenzen van de discipline open en brengen elementen van dans, zang en multimedia binnen. Die rol willen we graag blijven spelen én we willen de Nederlandstalige poëzie daarin graag een belangrijke plek blijven geven.

Daarvoor is het belangrijk dat we kunnen blijven rekenen op die subsidies. We zijn afhankelijk van het cultuurbeleid. Zeker is dat we willen blijven samenwerken met Passa Porta en Muntpunt. En wie weet zullen we volgend jaar ook samenwerkingen opzetten in Nederland. Wij vinden het de moeite waard om door te gaan. Beschouw het maar als een poëtische daad van verzet: de gemeenschappen prikkelen om nieuwsgierig te blijven naar elkaars werk en om samen dingen te creëren.”