“Ik kan nu meer begrip aan de dag leggen”

De rol van Katelijne De Vuyst als voorzitter van de adviescommissie poëzie is na vier jaar bijna afgelopen. Eind dit jaar geeft ze de staf in alle vertrouwen door aan Bas Kwakman, onder meer ex-directeur van Poetry International.

Maar noem Katelijne allesbehalve ‘uitgespeeld’. Binnenkort steekt ze de grens over om het Nederlands Letterenfonds en zijn commissies te dienen met haar achtergrond als literair vertaler, op de redactie van de Poëziekrant is ze na 15 jaar nog altijd niet weg te slaan, en onder meer op de Brusselse poëziemarkt Poetik Bazar gaat ze in gesprek met een spoken word artiest over het vertalen van dat specifieke genre. “In het zuidelijk deel van ons land beweegt er zo veel meer rond slam en spoken word”, voegt ze er enthousiast aan toe, “en omdat ik vertaal van Frans naar Nederlands en andersom, zit ik vaak op de eerste rij om het te ontdekken. Maar ik ga ook regelmatig live kijken, want klank en ritme zijn hierbij zo bepalend.”

Commissielid Literatuur Vlaanderen Katelijne De Vuyst adviescommissie poëzie

Ik ga ook regelmatig live kijken naar slam en spoken word, want klank en ritme zijn zo bepalend.

Katelijne De Vuyst | voorzitter adviescommissie poëzie

Uit die vier jaren, die soms stroef verliepen door corona, onthoudt Katelijne vooral dat een commissie het best werkt als de stemmen niet allemaal uit één hoek komen. "Uiteraard moeten er dichters in zitten, maar de aanvullende literaire kennis van een wetenschapper of journalist maakt de beslissingen beter." Bovendien doet ze er nu haar eigen voordeel mee: als Katelijne zelf een motivering van de adviescommissie vertalingen in het Nederlands leest, kan ze meer begrip aan de dag leggen, al blijft het natuurlijk dicht op het vel.

Genderongelijkheid evolueert positief

Ook zag Katelijne de kloof tussen mannen en vrouwen stilaan kleiner worden. “Er zijn veel jonge vrouwen die aanvragen indienen, en dan letten we erop dat ze evenveel eenheden krijgen als mannen.” Op de vraag of je aan een gedicht kan voelen of het door een man of vrouw geschreven is, heeft Katelijne ook een hoopvol antwoord: “In oudere poëzie zijn de mannen vooral direct, voel ik vaak woede, terwijl vrouwen een subtiele aanpak nemen. Maar jonge mannelijke dichters leggen ook meer nuance aan de dag, zeker als het gaat over patronen zoals genderongelijkheid.” 

Benieuwd naar Tijl Nuyts en Astrid Haerens

Twee namen, waarvan ik onlangs aanvragen in handen had, blijven me bij. Eerst en vooral Tijl Nuyts, die dit jaar met de bundel ‘Vervoersbewijzen’ bekroond werd met de Herman De Coninckprijs. Hij werkt nu aan een roman en nieuwe bundel, beide nog zonder naam. Daarnaast Astrid Haerens, die met 'Oerhert' haar dichterschap onderschreef, maar nu opnieuw aan een prozaproject werkt. Hun stijl is bijzonder: verfrissend, doordacht. Een waar genot.

Gouden aanvraagtip

“Sta even stil bij het begrip ‘werkplan’ voor je eraan begint. Het is niet de bedoeling dat je een relaas schrijft van honderd pagina’s, al zijn die teksten vaak boeiend om lezen. Het is handig om, liefst kernachting verwoord, zicht te krijgen op de aanpak van de aanvrager: welke methodes gebruik je, welke literatuur ga je raadplegen … Maak er geen to-do-lijstje van, maar ook geen roman. Onze Nederlandse collega’s beperken het tot vier pagina’s, en dat vind ik een goede maatstaf.”