Dit was de ontmoetingsavond met werkbeursauteurs en commissieleden

Over Literatuur Vlaanderen 21 november 2025

Op 6 november 2025 organiseerden de Vlaamse Auteursvereniging en Literatuur Vlaanderen voor de tweede keer een ontmoetingsavond tussen auteurs die een werkbeurs aanvragen en commissieleden die werkbeursaanvragen beoordelen. Een inleidend panelgesprek zette de toon voor tafelgesprekken in kleinere groepen, waar auteurs en commissieleden in dialoog gingen over het beoordelingsproces. 

In Hotel Dumont heerste gezellige drukte met de 75 aanwezige auteurs, commissieleden en medewerkers van de Vlaamse Auteursvereniging en Literatuur Vlaanderen. Na een toelichting bij een onderzoek over de impact van een werkbeurs door Roel Van Der Schueren, werd de avond ingezet door Matthijs de Ridder (VAV), Lies Van Gasse (auteur) en Bas Kwakman (voorzitter adviescommissie poëzie). Het panel raakte aan drie kernthema’s ter inspiratie voor de tafelgesprekken:

  1. ‘Waar bemoeien ze zich mee?’ over de rol en grenzen van inhoudelijke feedback van commissies. 
  2. ‘Is het boek nog altijd baas?’ over de waardering van literaire activiteiten van auteurs buiten het boek. 
  3. ‘In goede en kwade dagen’ over de impact van levensfases op het schrijverschap. 
©

The Untold

Al snel kwam aan bod dat auteurs vaak twijfels hebben bij hoe ze hun werkplan best opstellen en hoe een aanvraag in de praktijk door een commissie wordt beoordeeld. Zo bevat het reglement wel de belangrijkste richtlijnen, maar is er geen sjabloon voor een werkplan. Dat is een bewuste keuze, en dat aanvragen hierdoor sterk variëren, is logisch volgens commissievoorzitter Bas Kwakman.

Een literaire werkbeurs is namelijk geen projectbeurs: het gaat om de ondersteuning van een auteurschap, en elke auteur is uniek. Voor aanvragers ligt de uitdaging dus vooral in het beschrijven van wat voor hen relevant is, zonder daarbij de focus te verliezen. Wat neem je mee, wat niet? 

Het laatste woord is daarmee natuurlijk nog niet gezegd. Het blijft belangrijk dat auteurs en commissieleden met elkaar in gesprek blijven om zo op de hoogte te blijven van elkaars zienswijzen. Met name de vraag hoe commissies omgaan met samengestelde dossiers (bijvoorbeeld van auteurs die een ander genre willen uitproberen, of auteurs met een breed en gevarieerd werkterrein) blijft een open vraag. 

Uit het gesprek bleek dat de toelichtingen die auteurs van commissieleden krijgen lang kunnen nazinderen. Het blijft een delicate oefening om toe te lichten met welke argumenten de commissie geadviseerd heeft over de hoogte van een beurs.

Met name inhoudelijke bijsturing, zeker daar waar het gaat om maatschappelijke of morele positiebepalingen, is delicaat en kan op auteurs overkomen als een ongepaste inmenging. Dit moet een aandachtspunt blijven voor Literatuur Vlaanderen. 

Op de vraag hoe de commissies omgaan met praktische omstandigheden die het voor auteurs soms moeilijk kunnen maken om voorgenomen plannen helemaal uit te werken – bijvoorbeeld een ziekte, ouderschap – werd welwillend en meelevend gereageerd. De boodschap is hier om transparant te zijn in je aanvraag, als je je hier comfortabel bij voelt. Je kan als auteur ook terughoudend zijn. Literatuur Vlaanderen geeft mee dat je als auteur in je aanvraag mag verwijzen naar persoonlijke omstandigheden, zonder hier verder over in detail te treden. Je kunt deze informatie ook altijd vertrouwelijk meegeven aan een medewerker van de organisatie.   

Inzichten uit de tafelgesprekken

Tijdens de tafelgesprekken kregen auteurs de ruimte om hun bedenkingen met elkaar en commissieleden te delen. We spraken open over onduidelijkheden in het beoordelingsproces, over hoe feedback wordt ervaren en hoe werkplannen beter kunnen aansluiten bij de verwachtingen van commissies. Hieronder lees je drie inzichten.

1. Transparantie & authenticiteit 

Aanwezige auteurs geven aan dat ze het voorbereiden van hun aanvraag benutten als een kans tot zelfreflectie: wat heb je in het verleden gedaan, waar sta je nu, waar wil je naartoe? Zo’n zelfevaluatieve passage kan vele vormen aannemen en werkt het best als je vanuit je eigen praktijk vertrekt. Na een jaar kijk je altijd anders aan tegen de projecten waaraan je bent begonnen. Wat is er veranderd? Welke ideeën zijn irrelevant geworden. Welke vragen juist veel meer aandacht?

Het gaat dus niet om het afwerken van een schools lijstje met vragen, maar om een eerlijke overweging van het schrijfproces. Intellectuele twijfels en struikelblokken, praktische belemmeringen en problemen van eerder persoonlijke aard kunnen hierin ook een plaats krijgen. Nadenken over je eigen functioneren kan uiteraard confronterend zijn. In dat geval kan het bevrijdend werken om in je naaste omgeving een klankbord te zoeken. Benoem ook wat je als auteur doet naast het schrijven, illustreren of performen zelf. 

De adviescommissies die de werkbeurzen toekennen, vinden het waardevol dat makers zichzelf en hun schrijfproces op een authentieke manier voorstellen. Eerder dan een etalerend verkooppraatje, maak je best inzichtelijk wat je intenties zijn en hoe je deze met je literatuur beoogt waar te maken. Neem de commissieleden mee in jouw verhaal en wees open, ook over wat minder goed gaat. Loopt een project volledig spaak of ben je plots van koers veranderd? Reflecteer, motiveer en wees vooral transparant. Wat niet benoemd wordt, roept vaak juist vraagtekens op.  

Tijdens de ontmoetingsavond werd ook het idee geopperd om auteurs hun plannen mondeling te laten toelichten, zodat onduidelijkheden meteen opgeklaard kunnen worden. Literatuur Vlaanderen onderzoekt of dat mogelijk is. Sinds een tijdje laat het reglement alvast toe om, in plaats van een geschreven werkplan, een video in te sturen. 

2. De kracht van ingediend werk en fragmenten 

Niet alleen je werkplan moet duidelijk en overtuigend zijn, maar ook de literaire kwaliteit van het meegestuurde werk is een belangrijk beoordelingscriterium. Om een werkbeurs te kunnen toekennen, moeten de commissies een positieve inschatting maken van zowel je werkplan als de kwaliteit van eerder gerealiseerd werk. Probeer daarom de selectie goed af te stemmen op je plannen. Kies ervoor om werk te laten beoordelen dat je representatief vindt voor je huidige schrijfstijl. Ga je vanaf nu juist voor een andere aanpak, of wissel je van genre? Reserveer in je werkplan dan voldoende ruimte om over die keuzes na te denken. 

Anders dan vroeger het geval was, mogen auteurs fragmenten van work in progress (maximaal 20 pagina’s) toevoegen aan hun werkplan.  Commissieleden raden zelfs aan die kans te benutten. Een fragment kan soms iets illustreren wat anders vaag zou blijven. Geef altijd toelichting bij de gekozen fragmenten. Is je werk nog te prematuur, of komen je teksten bijvoorbeeld niet lineair tot stand, maar veeleer in golven, motiveer dan waarom je (nog) geen fragmenten toevoegt.

Voor auteurs voelt het vaak kwetsbaar om een onaf stuk te tonen, maar commissieleden zullen altijd met begrip naar meegestuurde fragmenten kijken. 

3. Financiële uitdagingen voor werkbeursauteurs 

Voor veel auteurs is een werkbeurs een belangrijk deel van het inkomen. De beurs is belastingvrij, waardoor het uitgekeerde bedrag hoger ligt. Een belangrijke kanttekening is echter dat makers hiermee geen pensioen of sociale rechten opbouwen, zoals een vervangingsinkomen bij ziekte of moederschapsrust. Het is mogelijk om je hiervoor bijkomend te verzekeren, maar dat ligt lang niet voor iedereen binnen bereik.   

Literatuur Vlaanderen beseft dat dit systeem uitdagingen met zich meebrengt. Daarom blijven Literatuur Vlaanderen en de VAV dit thema op federaal niveau aankaarten. 

Beurzen worden vanaf nu ook niet meer uitgekeerd voor één jaar, maar voor twee jaar. Auteurs krijgen op deze manier meer tijd om hun projecten te laten rijpen en te presenteren aan een commissie. Een commissie kan zo ook beter en met iets meer afstand de evolutie van auteurscarrières en de voortgang van de projecten opvolgen. Een ander groot voordeel is dat auteurs meer financiële zekerheid zullen ervaren. Je hoeft als auteur dus niet meer elk jaar aan te vragen, al kan dit uitzonderlijk wel. Ook commissieleden kunnen uitzonderlijk voor één jaar toekennen, bijvoorbeeld als er net een nieuw boek uit is en er nog geen concrete nieuwe plannen zijn.  

Blijf op de hoogte 

Hoe je een werkplan opstelt, getuigenissen van andere auteurs, deadlines en meer nuttige info vind je in het werkbeursreglement en op onze website. Daarnaast zijn er contactmomenten waar je terechtkunt met vragen aan Literatuur Vlaanderen en commissieleden: Liever Live. De Liever Live-gesprekken vinden telkens enkele weken voor de deadline plaats. Je kunt er niet alleen vragen stellen over je werkplan, maar ook andere werkplannen inkijken. 

Via onze nieuwsbrief Actueel delen we tips en relevante info over werkbeurzen (zoals werkplan schrijven, aanvraagprocedure, deadlines) en laten we weten wanneer je kunt inschrijven voor Liever Live-gesprekken.