Meertalige kinderboeken als brug tussen mensen

In de kijker 25 augustus 2025

Vijftien jaar geleden startte Chris Sterkens met het uitgeven van meertalige kinderboeken onder de naam nik-nak. In het begin nam ze zelf tekst en beeld voor haar rekening, maar gaandeweg groeiden samenwerkingen met auteurs en illustratoren. Het doel bleef hetzelfde: anderstalige ouders laten kennismaken met voorlezen, maar ook bruggen bouwen tussen mensen in een meertalige wereld. Sinds 2020 heeft de subsidieregeling voor doelgroepgerichte literaire publicaties van Literatuur Vlaanderen een aantal bijzondere publicaties mogelijk gemaakt en ruimte geboden voor verdere professionalisering.

Chris Sterkens van Herkes vzw

Chris Sterkens van Herkes vzw, uitgever van de nik-nakboeken.

Hoe is het idee voor de nik-nakboekjes ontstaan?

“Dat kwam door mijn deelname aan de Boekenkaravaan in Antwerpen, een project waarbij vrijwilligers thuis voorlezen bij gezinnen met een andere thuistaal dan het Nederlands. Plots dacht ik: waarom bieden we anderstalige ouders alleen maar Nederlandstalige boeken aan? Niet alle culturen hebben een voorleestraditie. Hen met die traditie laten kennismaken is één ding. Dat doen in een taal die voor hen vreemd is, maakt de stap vaak te groot.

“Ik dacht: we moeten in materiaal voorzien waarmee ouders wél aan de slag kunnen, waarmee ze kunnen ontdekken hoe leuk voorlezen kan zijn – ook voor henzelf. Ik ben op zoek gegaan naar meertalige kinderboeken, maar vond nauwelijks iets. Zo is het idee gegroeid om die boeken zelf te maken.”

Niet alle culturen hebben een voorleestraditie. Hen met die traditie laten kennismaken is één ding. Dat doen in een taal die voor hen vreemd is, maakt de stap vaak te groot.

Chris Sterkens

Vanwaar de naam nik-nak?

“In de regio waar ik woon, noemen we een wipplank een kwik-kwak. Bij een wipplank gaat de ene kant naar beneden als de andere naar boven gaat, en omgekeerd. Er wordt constant geswitcht tussen twee posities. Dat sloot aan bij het beeld dat ik had voor de meertalige boeken: je switcht tussen twee talen. We wilden een naam die taalneutraal was en die in een andere taal geen ongewenste betekenis had. De associatie met de nic-nacletterkoekjes was dus onbedoeld, al is dat wel vaak waar mensen aan denken.”

Hoe maken je lezers kennis met je aanbod?

"In het begin wilde ik de boekjes via kruideniers en bakkers verkopen, als een soort 'leessnoepjes'. Maar dat bleek niet haalbaar. De boeken zijn duur om te maken: het zijn kleine oplages van telkens een andere taal samen met Nederlands. Vooral scholen en bibliotheken kopen de boeken aan. Zo bereiken ze toch de beoogde doelgroep."

Een wisselwerking, deuren openen: dat is de kern van alles.

Chris Sterkens

Hoe kies je de taalcombinaties?

“In het begin zocht ik cijfers op over de grootste taalgroepen in ons land. Daarbij kwamen onder meer Arabisch en Turks naar voren. Daarnaast is Frans een vaste waarde.

“Maar het is ook een kwestie van testen. De vraag verandert. Zo was er een tijdje veel vraag naar Poolse uitgaves, maar dat is weer afgenomen. Nu doet bijvoorbeeld Roemeens het goed. Sowieso wil ik vooral groepen bereiken die vergeten worden, voor wie er nog weinig of geen aanbod is. Omdat ik de boeken in kleine oplages digitaal druk, kan ik het aanbod makkelijk afstemmen op de vraag.”

Tweetalige cover en voorbeeld binnenwerk van de Nederlands-Arabische uitgave van 'Ik wil een idee'

Tweetalige cover en voorbeeld binnenwerk van de Nederlands-Arabische uitgave van 'Ik wil een idee'

Welke rol speelt Literatuur Vlaanderen in het nik-nakverhaal?

"De ondersteuning is nog relatief recent; de eerste subsidieaanvraag dateert van vijf jaar geleden. Toen de subsidieregeling voor doelgroepgerichte publicaties gelanceerd werd, was ik eerst terughoudend: ik deed het al jaren alleen en was daar trots op. Maar intussen heeft de steun van Literatuur Vlaanderen al heel wat projecten mogelijk gemaakt. Financieel blijft het uitdagend, maar ik durf wel grotere projecten aan, of kan auteurs redactioneel beter begeleiden."

Cover van 'Ik ben Ahmad'

Kun je iets meer vertellen over die projecten?

“Het allereerste boek dat Literatuur Vlaanderen mee ondersteunde was ‘Ik ben Ahmad’. Het is een beetje een atypisch boek voor ons omdat het niet meertalig is en zich op een wat ouder publiek richt, namelijk tieners. ‘Ik ben Ahmad’ vertelt het autobiografische verhaal van een jongen die vanuit Afghanistan naar België vlucht. Dat boek heeft enorm veel werk gekost, maar heeft ook heel veel mensen bereikt.

“Een recenter voorbeeld is 'Ik wil een idee' van Qusay Lubani. Hij was journalist in Syrië en vluchtte acht jaar geleden naar Nederland. Dankzij de subsidie kon ik hem goede redactionele begeleiding bieden, in samenwerking met mijn vertaalster Arabisch en een dichter uit Egypte. Zijn boek sluit aan bij de Arabische traditie waarbij verhalen vaak moraliserend zijn en een sterke boodschap uitdragen, zonder dat er per se veel actie is. Dat is een westers publiek minder gewend. Voor Nederlandstaligen opent het de deur naar een andere manier van vertellen."

Hoe belangrijk is die wisselwerking?

"Het is de kern van alles. We willen niet alleen anderstalige ouders en kinderen ondersteunen, maar aan alle kinderen en ouders tonen dat andere talen een plus zijn voor iedereen. Als een leerkracht signaleert dat er ruimte is voor de thuistaal, geeft dat anderstalige kinderen een boost. Het kind mag vollediger op school zijn, kan laten zien wat het wel kan. We zijn immers allemaal meertalig, onze realiteit is meertalig. Die dynamiek geven we een plaats in onze meertalige publicaties."