25 in ‘25: vijf vijfentwintigers over hun schrijven

In de kijker 18 juni 2025
©

Vicky Bogaert

Schwalbe legde pakweg 25 vragen voor aan vijf beginnende auteurs die allemaal werden geboren in 2000: Ahmad Ahmadyar, Hanne Eerdekens, Leonie Maes, Julien De Wit en Lisa Nijssen. Hoe die talenten hun hoofd financieel boven water houden, wie hun literaire ouders zijn, welke thema’s hen bezighouden, hoe (on)zeker ze zijn en waar ze van dromen? Lees het hieronder.

Tekst: Martine Cuyt   Foto’s: Vicky Bogaert

Ahmad Ahmadyar 

Ahmad Ahmadyar vluchtte als achtjarige met zijn vader uit Afghanistan. Het werd een levensgevaarlijke tocht van twee jaar die hem via Turkije, Griekenland, Macedonië, Servië, Hongarije, Oostenrijk, Duitsland, Italië en Frankrijk naar België bracht. ‘Ik ben Ahmad’ is een getuigenis die leest als een thriller. Ahmad studeert nog, maar geeft tegelijkertijd lezingen om migratie bespreekbaar te maken.  

  • Naam: Ahmad Ahmadyar 
  • Geboortedatum: 1 oktober 2000 
  • Studie: bachelor in Maatschappelijke Veiligheid (2022), nu masteropleiding Sociaal Beleid. 
  • Werk: ‘Mijn naam is Ahmad’ (2019) 

Ahmad Ahmadyar 

©

Vicky Bogaert

Hoe gaat het met jou? 

“Heel goed. Ik doe wat ik graag doe. Wat wilt een mens nog meer? Ik kan me in mijn masteropleiding verder verdiepen in de structuren die zorgen voor gelijke kansen en inclusie in onze maatschappij. Ik wil graag bijdragen aan een veilige samenleving waarin sociaal beleid centraal staat, iedereen zonder zorgen op straat kan lopen en kinderen kunnen opgroeien zonder een gevoel van onveiligheid.” 

Met ‘Ik ben Ahmad’ wil je migratie bij jongeren bespreekbaar maken. Hoeveel schoolbezoeken legde je inmiddels af? 

“Tot nu toe heb ik ongeveer dertig lezingen gegeven op zo'n twintig scholen. Rond de tweeduizend leerlingen heb ik bereikt met mijn boodschap. Het is voor mij ontzettend belangrijk om te getuigen over wat gedwongen vluchten echt betekent, om zo begrip en dialoog te bevorderen. Het is een verhaal dat vaak verborgen blijft. Wat ik heb gemerkt, is dat een kleine minderheid denkt dat ik medelijden wil opwekken. Dat wil ik zeker niet. Ik wil bewustzijn creëren over een wereldwijd probleem.”  

"Ik wil bewustzijn creëren over een wereldwijd probleem."

Wanneer besloot je van de helse vlucht met je vader uit Afghanistan een boek te maken? 

“Dat idee groeide toen ik werd uitgenodigd om lezingen over het onderwerp te geven. Lang verhaal kort: in 2012, toen ik in de OKAN-klas zat, deed ik mee aan de theatervoorstelling ‘Roots’. Daar werd me gevraagd om drie delen van mijn vluchtverhaal te tekenen en erbij te vertellen. Jaren later, toen ik in het vierde middelbaar zat, was mijn school finalist voor de titel van strafste school bij Radio MNM. Het thema was ‘grenzen verleggen’ en de schooldirectie vroeg me of ze de opname mocht gebruiken en of ik er wat uitleg bij wilde geven. Ik twijfelde, maar ging akkoord. Na die presentatie verspreidde mijn verhaal zich mond-tot-mond, en al snel werd ik uitgenodigd om lezingen te geven. Op een gegeven moment stond ik er samen met Wim Opbrouck over te spreken. Ik merkte dat mensen verwonderd waren over mijn verhaal en dat het contrasteerde met wat ze in de media over vluchtelingen hoorden.”  

Lezen en schrijven zijn gevaarlijke bezigheden in Afghanistan. ‘De vliegeraar’ is bij ons het bekendste verboden boek. Las je het?  

“Toevallig heb ik onlangs de verfilming gezien. Een aanrader! Ondanks mijn kennis over Afghanistan vond ik de film schokkend. De film geeft niet alleen een indringend beeld van het oude Afghanistan, maar laat ook zien hoe het land veranderde onder het Talibanregime. Het verhaal legt pijnlijk bloot wat er verloren is gegaan en wat de impact van zo'n regime is op de levens van mensen. Ik zat niet lang genoeg op school in Afghanistan om echt met lezen bezig te zijn. Nu zet ik voorzichtig stappen in die wereld en ontdek ik meer over de rijke literaire tradities. Rumi, Hafez en Saadi zijn bekende Perzische schrijvers die ook in Afghanistan een grote invloed hebben. Mijn favoriete auteur is de Brits-Amerikaans-Indische Mehdi Hasan, net als ik het product van migratie. Als zijn vader niet had besloten om te emigreren, was hij wellicht nooit zo'n succesvolle journalist geworden. Dat inzicht heeft me echt geraakt en versterkt mijn bewondering voor zijn werk.” 

Hoe trots is je vader? 

“Heel trots. Iedere keer dat ik foto's van lezingen op mijn sociale media zet, deelt hij ze ook meteen. Hij neemt zelfs de tijd om de teksten naar het Dari te vertalen, zodat vrienden en familie in Afghanistan ze begrijpen.”  

Schrijf je een vervolg op ‘Ik ben Ahmad’? 

“Dat plan ik niet meteen, maar ik wil na mijn studies wel graag aan een nieuw schrijfproject beginnen.” 

Hanne Eerdekens

Hanne Eerdekens publiceerde in 2023 en 2024 twee young adult boeken en haar derde boek wordt dit jaar verwacht. Ze leest om andere perspectieven te ontdekken. Ze schrijft om het gat van Nederlandstalige queer young adult boeken te vullen. Als lezer en als schrijver heeft ze enorm veel aan BoekTok, dat in grote mate het succes van haar boeken heeft bepaald.  

  • Naam: Hanne Eerdekens 
  • Geboortedatum: 17 mei 2000 
  • Beroep: auteur en leerkracht 
  • Werken: ‘Met jou is het anders’ (2023), ‘Polaris’ (2024) 

Hanne Eerdekens

©

Vicky Bogaert

Sinds wanneer schrijf je? 

“Sinds ik wist hoe dat moest. Mijn eerste boekje dateert van 2007, toen ik zeven was. Niemand om me heen schreef, dus ik kon niet vergelijken. In mijn tienerjaren ben ik mijn verhalen gaan posten op online platformen als Wattpad en AO3. Dat was de eerste keer dat ik in contact kwam met andere schrijvers en dat mijn werk gelezen werd door anderen. Die (Engelse) verhalen begonnen heel wat lezers te vergaren: duizend, honderdduizend, een miljoen. Toen dacht ik voor het eerst: misschien is er ook wel een plekje voor mij in de offline uitgeverswereld.” 

Hoe speciaal was debuteren? 

“Een absoluut zotte ervaring! Het was altijd al een droom, maar ik dacht dat er voor mij als twintiger geen plaats was tussen de volwassenen. Pas toen ik mijn boek in de winkel zag liggen, drong het tot me door. Inmiddels hebben honderden mensen mijn debuut gelezen en mag ik interviews geven.” 

Sinds een paar maanden ligt ‘Polaris’ er. Klopt het van dat moeilijke tweede boek? 

“Ik vond het niet moeilijker om op papier te krijgen, maar ik voelde wel de verwachtingen. Fans rekenden opnieuw op een verhaal dat ze fantastisch zouden vinden, en dat zorgde wel voor wat onzekerheid. Bovendien zit ‘Polaris’ dichter op mijn huid dan mijn debuut. Nu ik weet dat lezers een boek nooit los zien van de auteur, ben ik wel wat bang voor de reacties.”  

Je hebt beide boeken geschreven in het Nederlands en kwam terecht in een oceaan van (vooral Engelstalige) young adult boeken?  

“Ik beken: tachtig procent van wat ik lees is Engels. Het Engelse boekenlandschap is veel uitgebreider en biedt meer titels over andere culturen, levensstijlen, geaardheden en genderexpressies dan het Nederlandstalige. Ik wil met mijn werk de lacune in young adult en queer boeken invullen en blijf in het Nederlands schrijven tot mijn generatiegenoten inzien dat onze moedertaal niet moet onderdoen voor het Engels.”  

Onze moedertaal niet moet onderdoen voor het Engels.

Wat spreekt je zo aan in young adult boeken?  

“Sinds ik in 2010 ‘De Hongerspelen’ oppakte, ben ik een fan van het genre. Maar tegen de tijd dat ik vijftien was, las ik bijna niet meer: lezen was niet langer cool en de verplichte schoolliteratuur wekte weinig enthousiasme. Op mijn twintigste hervond ik mijn liefde voor lezen en ik greep direct terug naar het genre. Wat nieuw was: het aanbod aan queer young adult boeken in het Engels.” 

Hoe belangrijk is BoekTok voor jou?  

“De kracht van BoekTok is nauwelijks te overschatten. Als lezer heb ik er een gemeenschap gevonden van mensen met dezelfde interesses. Ook als schrijver heeft het platform zoveel te bieden. Het is vandaag de belangrijkste vorm van marketing en je krijgt directe feedback van je doelpubliek. Zonder BoekTok zouden mijn boeken heel andere verkoopcijfers hebben.” 

Wat is je handelsmerk? 

“Ik kies voor een stijl die jongeren aanspreekt zonder te gekunsteld te zijn. Ik vermijd geen Engelse woorden als die beter passen, voeg geen onnodige referenties toe naar bekende popsterren om maar relatable te zijn. Misschien ben ik over vijf jaar die feeling kwijt, ik blijf zoeken naar mijn eigen stijl, maar tot nu toe werkt het.” 

Waar zie je jezelf over tien jaar? 

“Ik hoop jaarlijks een boek uit te brengen. De uitgeverswereld is nog steeds nieuw voor me, dus ik probeer niet te veel te verwachten. In een ideale wereld geef ik over tien jaar halftijds les en schrijf ik de andere helft. Als ik groots droom, heb ik zo’n tien boeken geschreven, waarvan er een aantal vertaald zijn. In mijn wildste dromen is er ook een verfilming van een boek.” 

Leonie Maes

Leonie Maes studeerde Taal- en Letterkunde, maar kwam pas echt thuis aan het conservatorium, afdeling Woordkunst. Bekende pennen Lara Taveirne en Peter Verhelst werden mentoren op haar zoektocht die debuteren heet. Schrijven is gedachten ordenen voor Leonie. Taal brengt haar rust. Ze ziet zichzelf als een personage in dienst van het verhaal.  

  • Naam: Leonie Maes 
  • Geboortedatum: 6 januari 2000 
  • Beroep: schrijft, maakt, werkt in een café 
  • Werk: ‘Lied aan de sirene’ (werktitel) 

Leonie Maes

©

Vicky Bogaert

Waar begint je verhaal als schrijver? 

“Ik schrijf al zolang ik me kan herinneren. Als kind had ik een lade onder mijn bed, waarin ik notitieboekjes verzamelde. Ieder schrift had een thema en het was van groot belang dat ik me daaraan hield. Allicht ligt daar de kiem van wat schrijven voor me is gaan betekenen: met taal orden ik mijn gedachten. Ik pieker veel en taal brengt me rust. Als ik een zin vind die de lading dekt, kan die de maalstroom in mijn hoofd in één keer opheffen en nietig verklaren. Mijn leerkracht Nederlands was de eerste die me ‘zag’ op het vlak van taal. In het derde middelbaar zei die, na een logboekopdracht, dat ik niet mocht ophouden met schrijven.”  

Met taal orden ik mijn gedachten. Ik pieker veel en taal brengt me rust. Als ik een zin vind die de lading dekt, kan die de maalstroom in mijn hoofd in één keer opheffen en nietig verklaren.

Wat betekenen de schrijvers-begeleiders Lara Taveirne en Peter Verhelst voor je? 

“Veel. Lara en Peter geloven in mij, houden me recht, geven me tijd. Ik zie ze een beetje als mijn schrijfouders. Ik ontmoette beiden op het conservatorium in Antwerpen. Met Lara had ik meteen een klik. We staan op een gelijkaardige manier in het leven: we zien onszelf als personages en maken keuzes op basis van de te verkrijgen verhalen. Op crisismomenten bel ik haar vaak. Ze geeft me telkens weer het vertrouwen dat ik nodig heb om niet op te geven. Ze verzekert me ervan dat die grote, verlammende twijfel die ik soms voel eigen is aan het schrijverschap. Peter is een van mijn poëtische helden. Ik schreef zinnen van hem op mijn muur in mijn jeugdkamer. Ik ben ongelooflijk dankbaar dat hij me wil begeleiden. Van Peter leerde ik het belang van de blik. Schrijven is kijken. Tijdens zijn eerste les als gastdocent nam hij een stenen beeld mee. We kregen twee uur om dat te tekenen. Tekenen, dacht ik, ik ben hier om te schrijven. Gaandeweg kreeg het beeld een vorm, werd een personage, kreeg betekenis. Die oefening heeft mijn schrijven radicaal veranderd.”   

Wat betekende de selectie voor het Slow Writing Lab 2025?  

“Het betekende alles voor mij. Nadat Lara me belde om me te laten weten dat ik geselecteerd was, ben ik dat als het centrum van mijn leven gaan zien. Ik plande mijn toekomst eromheen. Het was een keerpunt: plots werd mijn droom levensvatbaar. Toen die schrijfopleiding me weer werd ontnomen (initiatiefnemer het Nederlands Letterenfonds besloot dat Slow Writing Lab 2024 het laatste was geweest), besefte ik hoezeer het Lab een houvast voor me was geweest. Wie schrijver wil worden, houdt zich vast aan de gekste dingen. Je moet stevig in je schoenen staan: je mag de hoop nooit laten varen.”  

Hoe was de schrijfresidentie in Oostende in het najaar van 2024?  

“Het was een heerlijke week. Ik was nog geen drie uur aan zee toen de woorden me kwamen aanwaaien.”   

Je schreef een essay over digitaal theater. Zijn er nog andere genres die je wilt testen? 

“Ja, vooral de column is een vorm waarin ik me heel erg thuis voel. Korte observaties, halfronde gedachten, vragen. Ik houd al jaren een dagboek bij. Het afgelopen jaar viel het me op dat dat schrift is uitgegroeid tot een archief van columns. Daar wil ik ooit graag iets mee doen.” 

Hoe blijf je financieel overeind?  

“Ik heb een aantal losse schrijfopdrachten, maak als freelancer interviews en werk in een café. Voortdurend probeer ik de balans te bewaren tussen vasthouden aan mijn droom en financieel niet ten onder gaan. Het is een zoektocht. Tegen een vriend zeg ik weleens lachend: het is een strijd, maar het is wel mijn strijd.” 

Julien De Wit 

Julien De Wit zet zich als opiniemaker en non-fictieschrijver in voor jongeren en jonge volwassenen, en voor democratie en rechtsstaat. Met zijn boeken houdt hij de vinger aan de pols van leeftijdgenoten. Julien is net begonnen met doctoreren, maar combineert dat met wat hij al tijdens zijn studie deed: hij schrijft columns en is spreker, moderator en strategy & communications consultant.  

  • Naam: Julien De Wit 
  • Geboren: 25 januari 2000 
  • Beroep: te veel om op te sommen 
  • Werken: ‘Ge(e)neratie’ (2023), ‘(On)zeker’ (2024) 

Julien De Wit

©

Vicky Bogaert

Ben jij echt maar één persoon? Je doctoreert, doet research, schrijft columns en werkt als spreker, woordvoerder, moderator én strategy & communications consultant.  

“Ik voel me vooral een zoeker en een makelaar in ideeën, maar ik ben nogal een workaholic, ja. Ik heb graag veel prikkels en uitdagingen. Het klinkt gek, maar die brengen rust in mijn hoofd. Schrijven helpt me mijn gedachten te structureren, continu te leren en de wereld beter te begrijpen. Ik heb de gewoonte om elke ochtend te schrijven en zo schrijf ik wekelijks wel wat bij elkaar. Er is niets dat ik liever doe, maar helaas kan ik daar als beginnende auteur niet van leven.”  

Wanneer wist je dat je schrijver wilde worden? 

“Ik schrijf al zolang ik me kan herinneren. Als kind had ik al schriftjes waarin ik noteerde wat me opviel. Ik maakte ook van alles lijstjes. De echte ‘ontdekking’ kwam in de godsdienstles van meneer Maes. Hij stuurde een essay van mij in voor een wedstrijd van Davidsfonds. Tot mijn verrassing won ik zowel de Antwerpse als de Vlaamse prijs. Kort daarna begon ik met ghostwriting voor uitgeverij Ertsberg, omdat ik de autoriteit dacht te missen om in eigen naam te schrijven. Met ‘Ge(e)neratie’ had ik uiteindelijk het lef. Non-fictie is mijn favoriete genre omdat ik zo mijn zoektocht naar interessante onderwerpen kan documenteren. Toch sluit ik niet uit dat ik ooit fictie schrijf. Sterker nog, ik heb een half manuscript liggen. Misschien heb ik ooit het lef er iets mee te doen.” 

Wie zijn je klankborden? 

“Jan De Meulemeester en Stijn Fockedey noem ik grappend mijn Trends-papa’s, maar dat zijn ze ook. Potentieel zien is één ding, je inspannen om dat potentieel ook uit iemand te halen is nog iets heel anders. Ik heb altijd feedback en hulp van hen gekregen. Voor al mijn andere schrijfescapades heb ik veel aan de feedback van mijn uitgever Karl Drabbe van Ertsberg. Verder kan ik steunen op mentoren uit diverse hoeken van de samenleving: journalistiek, politiek, bedrijfsleven, non-profit, kunsten. Klankborden zijn enorm belangrijk.” 

Vorig najaar verscheen je tweede boek. Hoe was dat? 

“Ik vond dat boek behoorlijk moeilijk, omdat ik er zoveel van mezelf in heb gelegd. Het lastigste aan schrijven op jonge leeftijd is mijn drang om serieus genomen te willen worden. Bij elke pagina vraag ik me af of ik mijn verhaal wel voldoende heb onderbouwd. Ik wil absoluut geen fouten maken en als 'die jonge gast' worden weggezet. Een man met een cowboyhoed leverde de enige negatieve kritiek op mijn eerste boek: hij noemde me een jongere ‘die een volwassene naspeelt’. Ik vond dat best ad hominem en een beetje gratuit. Sindsdien vertrouw ik geen mannen met cowboyhoeden meer. De druk die ik mezelf opleg, is soms groot, maar tegelijkertijd houdt die me scherp.” 

Ben je een (on)zeker mens? 

“Ja, heel onzeker, maar ik voel dat onzekerheid tegenwoordig een maatschappelijke conditie is. Technologisch verandert er heel veel, geopolitiek is er veel onzekerheid, onze bestaanszekerheid wordt bedreigd door de klimaatcrisis. In ‘(On)zeker’ stel ik hardop vragen als: wat doe ik tegen mijn eigen onzekerheid en hoe moet ik me gedragen in een wereld die steeds complexer en onzekerder wordt?”  

Hoe zie je je toekomst? 

“Ik weet het niet. Vermoedelijk wordt het een combinatie van schrijven, spreken en allerlei dingen ondernemen. Van schrijven alleen kun je niet leven. Maar zonder schrijven leef ik evenmin.” 

Van schrijven alleen kun je niet leven. Maar zonder schrijven leef ik evenmin.

Lisa Nijssen

Lisa Nijssen werd literair vertaler om twee grote passies te kunnen blenden: taal en literatuur. Haar fragmentvertaling uit het Russisch, van de Oekraïense schrijver Sergej Sjamanov, stuurt ze momenteel rond naar uitgevers. Intussen doet ze ervaring op als redacteur bij de Zuidnederlandse Uitgeverij. Zo leert ze het boekenvak vak binnenuit kennen. 

  • Naam: Lisa Nijssen 
  • Geboortedatum: 26 november 2000 
  • Beroep: redacteur, vertaler 
  • Werk: ‘Ontmoeting van de zielen’ (werktitel) 

Lisa Nijssen

©

Vicky Bogaert

Wie of wat maakte dat je literair vertaler wilde worden? 

“Taal en schrijven zijn altijd mijn passie geweest. Als kind schreef ik al verhaaltjes en las ik heel veel. In het middelbaar zorgden boeken als ‘Ons soort mensen’ van Juli Zeh en ‘De boekendief’ van Markus Zusak ervoor dat ik talen ben gaan studeren. Toen ik koos voor de studie Toegepaste Taalkunde werd mijn passie mijn hoofdbezigheid. Tijdens mijn masteropleiding Tolk merkte ik dat mijn hart toch meer lag bij de geschreven taal en dan vooral bij de literatuur. Zo ben ik bij literair vertalen uitgekomen, dat ik de perfecte combinatie noem van de creativiteit van taal en literatuur.” 

Waarom koos je, naast het Engels, voor het Russisch? 

“De Russische taal heeft me van kleins af aan gefascineerd, omdat ze zo anders is dan het Nederlands en door zoveel mensen wordt gesproken. De geschiedenis en cultuur die de taal met zich meebrengt, leken me ook zeer interessant. Ik wilde daar meer over weten.” 

Voelt je baan als redacteur aan als een compromis? 

“Het is niet gemakkelijk om als pas afgestudeerde vertaler te kiezen voor het beroep van literair vertaler. Je hebt nog geen ervaring en je moet je nog bewijzen in de literaire wereld. Vandaar mijn keuze om aan te slag te gaan als redacteur. Daarnaast blijf ik vertalen. Tijdens mijn masteropleiding kon ik stage lopen als redacteur bij uitgeverij Pelckmans en dat beviel me heel goed. Je leert de andere stappen in het boekproces beter kennen en krijgt meer zicht op het totale plaatje. Ik denk dat dat van mij ook een betere vertaler maakt. Als redacteur bij de Zuidnederlandse Uitgeverij komt mijn passie voor boeken aan haar trekken. Ik kom er ook veel in contact met vertalingen en af en toe vertaal ik voor Deltas een kinderboek.”  

Waar werk je aan als literair vertaler? 

“Ik vertaal de magisch-realistische roman 'Slijanije doesj' van de Oekraïense schrijver Sergej Sjamanov uit het Russisch. Mijn werktitel is momenteel ‘Ontmoeting van de zielen’. Sjamanov schrijft met veel ironie en maatschappijkritiek, maar op een luchtige manier. Ik vertaalde tijdens mijn opleiding al enkele korte verhalen van hem. Het fragment dat ik met dank aan Literatuur Vlaanderen vertaalde, heb ik inmiddels uitgestuurd naar diverse uitgevers.” 

Hoe bedreigend is AI voor je vak? 

“Bij literair vertalen is de concurrentie van AI nog niet zo groot. Er wordt gelukkig nog veel waarde gehecht aan de literaire stijl van de auteur. AI is nog niet altijd even betrouwbaar bij het overbrengen van nuances en beeldspraak. In de toekomst kan dat natuurlijk veranderen, maar iemand die bij het lezen van de brontekst de intentie van de woorden voelt, kan de tekst beter vertalen dan een computer die de tekst op basis van statistische gegeven omzet.” 

Iemand die de intentie van de woorden voelt, kan beter vertalen dan een computer.

Welk boek of welke auteur zou je graag een nieuwe vertaling bezorgen? 

“Ik heb tijdens mijn studie een paar gedichten uit ‘Jevgeni Onegin’ van Aleksandr Poesjkin vertaald en dat was geweldig! Poesjkin is een fantastische auteur en zijn teksten doen nog altijd modern aan. Een Russische klassieker vertalen als beginnend vertaler is natuurlijk niet niks, maar als ik dan toch mag dromen.”