Een nieuwe stem voor Goethes Werther

In de kijker 12 november 2025

In 2024 was het precies 250 jaar geleden dat Goethes iconische briefroman ‘Die Leiden des jungen Werther’ verscheen. Hét moment voor een nieuwe Nederlandse vertaling, vond uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts. Maar hoe begin je als vertaler aan zo’n opdracht? Hoe stel je je op ten opzichte van een canontekst die hier en daar toch ook al wat gedateerd is? En hoe ga je om met de vorige Nederlandse vertalingen? Eén ding is zeker: een goed team is het halve werk.

Waarom was een nieuwe ‘Werther’-vertaling aan de orde?

Sam De Graeve: “Als literaire uitgeverij vinden we het onze maatschappelijke plicht om klassiekers uit te geven. Die kunnen helpen om niet alleen het verleden maar ook het heden beter te begrijpen. Ik geloof niet dat wij ons als mensen alleen maar steeds verder ontwikkelen: we maken vergelijkbare dingen mee, voelen vergelijkbare dingen. Als je kijkt naar sociale media, bijvoorbeeld, lijkt het alsof alles altijd opnieuw van nul af aan uitgevonden moet worden. Wat verschroeiende passie is, en liefdesverdriet, is in de literatuur al heel vaak opgetekend, maar zelden zo goed als in ‘Die Leiden des jungen Werther’. Als je zo’n boek van een paar eeuwen geleden toegankelijk en aantrekkelijk wilt maken voor een hedendaags publiek, dan moet de taal van deze tijd zijn én moet het boek er ook wat moderner uitzien dan de gedateerde covers van de vorige vertalingen.”

Collage van foto's van vertaalsters Joëlle Feijen, Eva Gijsen en Annelies de hertogh

Van links naar rechts: vertaalsters Joëlle Feijen, Eva Gijsen en Annelies de hertogh

Er hebben vier mensen aan de vertaling gewerkt. Hoe kwam die groep tot stand?

Joëlle Feijen: “Sam nam in eerste instantie met mij contact op, maar ik voelde eerst wel wat schroom: het is een complexe roman en de verwachtingen lagen dan ook hoog. Nadat ik het boek had herlezen en met de uitgever gesproken had, werd ik enthousiaster, ondanks de krappe timing. Maar ik wilde het niet alleen doen en vroeg Eva Gijsen als co-vertaler. Voor haar was het de eerste literaire vertaling. Daarom kwam Henri Bloemen erbij als mentor. Tot slot werd Annelies de hertogh ingeschakeld als redacteur en persklaarmaker, maar uiteindelijk was haar rol veel groter dan dat. Ze is zelf ook vertaler en heeft echt intensief meegewerkt en research gedaan.”

Standbeeld van Goethe in Leipzig

Standbeeld van Goethe in Leipzig

Eva, voor jou was het de eerste boekvertaling, en dan meteen zo’n klassieker. Hoe heb je dit ervaren?

Eva Gijsen: “Ik kende ‘Werther’ al van de lessen Nederlands in het middelbaar. Nadat ik het in mijn eerste jaar aan de universiteit had gelezen, was ik volledig starstruck. Ik ben dan ook heel enthousiast, maar tegelijkertijd een beetje naïef, aan de vertaling begonnen. Ik merkte al snel hoeveel er bij vertalen komt kijken, hoe uitdagend het kan zijn om de juiste stijl, het juiste gevoel te vangen. Ik was dan ook heel blij dat we er met een team aan werkten.”

Hoe zag de samenwerking eruit?

Joëlle: “Eva heeft het eerste deel van het boek vertaald, ik het tweede. We hebben elkaars vertaling nagelezen en waar nodig feedback gegeven. Dat vergde al een intensieve afstemming en nauwe samenwerking. Bijvoorbeeld: hoe blijven we trouw aan de brontekst en zorgen we tegelijkertijd voor een vlot leesbare vertaling? De keuzes die je op dat vlak maakt, bepalen hoe je vertaling leest en voelt.”

Eva: “In het begin vond ik het heel moeilijk om de brontekst los te laten en de tekst te moderniseren voor een hedendaags publiek. Dat is meteen ook de belangrijkste les die Henri me heeft geleerd: lees je vertaling als een lezer, niet als een vertaler die de brontekst voortdurend in het achterhoofd heeft.”

Henri Bloemen: “In mijn rol als mentor vind ik het belangrijk om beginnende vertalers zoals Eva te begeleiden bij het ontwikkelen van een vertaalvisie. Vaak voelen ze in het begin heel veel schroom voor de brontekst. Ik moedig hen aan om dat te herdenken en de focus te verleggen naar hun verantwoordelijkheid tegenover de doeltaal, en dus de lezers van hun vertaling.”

Volgens mij kan een nieuwe vertaling van ‘Werther’ perfect de aanleiding zijn voor een gesprek in ‘De Afspraak’ over de hoge zelfmoordcijfers. Zoiets gebeurt helaas niet.

Uitgever Sam De Graeve

Er bestonden al twee Nederlandse vertalingen van ‘Die Leiden des jungen Werther’. Maakte dat het werk eenvoudiger of net uitdagender?

Joëlle: “De twee vorige vertalingen dateren van ongeveer 50 jaar geleden. Er is een vertaling van Thérèse Cornips uit 1975 die zeker sterk is, maar ook nogal hermetisch doordat de vertaler heel dicht bij de oorspronkelijke tekst blijft. Daarnaast heb je de vertaling van Jan Hugo Verhaert uit 1972, die heel vrij omgaat met de brontekst. Zo worden mythologische personages waarnaar Werther verwijst wanneer hij zijn Ossian-vertaling voordraagt vervangen door de Beatles of door andere bekende figuren uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Wij hebben gezocht naar een evenwicht tussen trouw aan de brontekst en toegankelijkheid voor de hedendaagse lezer.”

Henri: “Een taal is geen statisch gegeven. Het Nederlands evolueert, en we zeggen dingen nu anders dan pakweg 50 jaar geleden. Een vertaling moet dat aanvoelen, moet meegaan met die evolutie. Dat betekent niet dat je op elke trend moet inspelen en de laatste modewoorden in je tekst moet opnemen. Maar als vertaler moet je wel de vinger aan de pols houden van substantiële veranderingen in de taal. En als je een klassiek werk opnieuw wilt vertalen, moet je daar een goede reden voor hebben. Dat het werk op zich waardevol is, is niet voldoende. De taal van dat werk moet ook de taal van nu zijn.”

Je hebt Romeo en Juliet, en dan heb je Werther en Lotte. Maar Goethes roman is veel meer dan een liefdesverhaal.

Vertaalster Eva Gijsen

Hoelang zijn jullie precies met de vertaling bezig geweest?

Annelies de hertogh: “Als redacteur en persklaarmaker heb ik ervoor gezorgd dat de nieuwe vertaling één consistente stem en toon had. Tegelijkertijd heb ik niet alleen als redacteur, maar ook als vertaler naar de tekst gekeken: ik heb elke zin in de brontekst gelezen, heb research gedaan, enzovoort. Dat was intensief, met een stuk of zes redactierondes. Ik ben er twee maanden voltijds mee bezig geweest. De vertaling moest modern en toegankelijk zijn, maar wel het klassieke karakter behouden. De uitgever vroeg expliciet om een frisse, leesbare vertaling die ook een jongere generatie lezers zou aanspreken.”

Joëlle: “Ik geloof dat ik aan de eerste versie van mijn deel van de vertaling iets meer dan twee maanden heb gewerkt. Daarna ben ik nog verschillende keren door mijn eigen tekst heen gegaan, onder andere om de opmerkingen van Annelies en Eva te verwerken. Verder moest ik natuurlijk ook Eva’s deel doornemen en van feedback voorzien. Alles bij elkaar ben ik toch minstens vier maanden voltijds met de vertaling bezig geweest. Zonder de steun van Literatuur Vlaanderen in de vorm van een projectbeurs zou dit financieel gewoon niet mogelijk zijn geweest. Literair vertalen is nu eenmaal geen lucratief beroep en vaak houd je als vertaler met moeite het hoofd boven water, al helemaal wanneer er geen bijkomende steunmaatregelen zijn. Ik ben Literatuur Vlaanderen dan ook heel dankbaar.”

Alles bij elkaar ben ik minstens vier maanden voltijds met de vertaling bezig geweest. Zonder de steun van Literatuur Vlaanderen zou dit financieel niet mogelijk zijn geweest.

Vertaalster Joëlle Feijen

Hoe relevant is ‘Werther’ voor een hedendaags – ook jong – lezerspubliek?

Eva: “Het is uiteraard een van de grote klassieke liefdesverhalen. Je hebt Romeo en Juliet, en dan heb je Werther en Lotte. Maar Goethes roman is veel meer dan een liefdesverhaal. Het gaat in wezen over iemand die zich niet thuis voelt in de maatschappij. Er zijn heel wat wrijvingen tussen hoe hij de dingen ziet en wat maatschappelijk gangbaar is. Hoewel het boek op heel wat vlakken gedateerd is, bijvoorbeeld wat betreft de manier waarop er met mentale gezondheid wordt omgegaan, is die frictie tussen individu en maatschappij een thema dat veel jongeren ook vandaag nog kan aanspreken.”

Henri: “Die moderne vraagstelling over het spanningsveld tussen individu en maatschappij houdt het boek inderdaad blijvend relevant. Wat gebeurt er als een individueel verlangen botst met maatschappelijke regels en grenzen? Hoe ga je om met dingen waar je geen vat op hebt? Ik vind het een uniek boek en herlees het om de paar jaar.”

Annelies: “Ik kreeg tijdens het lezen vaak tranen in de ogen: zo’n krachtig en actueel boek!”

Covers van de drie vertalingen van 'Werther' in het Nederlands

Van links naar rechts: de 'Werther'-vertalingen van Thérèse Cornips, Jan Hugo Verhaert, en Joëlle Feijen & Eva Gijsen

Kunnen jullie voorbeelden geven van belangrijke uitdagingen bij de vertaling?

Annelies: “Er zijn een aantal algemene uitdagingen, zoals ervoor zorgen dat je nergens merkt dat de tekst door twee vertalers is vertaald. Daarnaast zijn er heel wat uitdagingen op zins- of zelfs woordniveau. Zo gebruikt Goethe ergens het woord ‘Bildchen’, dat we eerst hadden vertaald als ‘ansichtkaart’. Later ontdekten we dat ansichtkaarten in Goethes tijd nog niet courant waren. We hebben dan verder gezocht naar de betekenis van het woord ‘Bildchen’ in de achttiende eeuw en kwamen erachter dat dit verwijst naar een soort geverniste muurprent. Zoiets toont aan dat je voortdurend alert moet zijn om anachronismen te vermijden.”

“Heel uitdagend vond ik ook de passage in het boek waarin Werther citeert uit de ‘Songs of Ossian’. Dat zijn een reeks epische gedichten die een jaar of tien voor de publicatie van Goethes roman uitgegeven werden door de Schotse dichter James Macpherson. Die beweerde dat het vertalingen waren van bestaande verhalen uit een orale traditie in het Schotse Gaelic. Achteraf bleek dat Macpherson de teksten grotendeels zelf had geschreven en dat het dus om zogenaamde pseudovertalingen ging. De stukken die Werther citeert zijn door Goethe naar het Duits vertaald. Ze hebben een duidelijk ander ritme dan de rest van het boek: ze bestaan net als het Engelse origineel voor een groot deel uit korte woorden van één of twee lettergrepen en bevatten veel gemarkeerde woordvolgordes. Dat was een grote uitdaging voor Joëlle als vertaler en voor mij als redacteur, omdat we het ritme en de stijl van Goethes vertaling wilden behouden. Tegelijkertijd wilden we ook niet te ver van de originele Engelste tekst afwijken, wat een risico is als je met een tussenvertaling werkt, dus hebben we ook het Engelse origineel bij de hand gehouden. Maar op de punten waar Goethe bewust van het origineel lijkt af te wijken, zijn we hem gevolgd.’”

Beginnende vertalers voelen vaak veel schroom voor de brontekst. Ik moedig hen aan om de focus te verleggen naar hun verantwoordelijkheid tegenover de doeltekst en het publiek dat hun vertaling zal lezen.

Mentor Henri Bloemen

Hebben jullie tips voor andere vertalers die als team aan een vergelijkbaar project beginnen?

Annelies: “Als je een klassieker vertaalt, is het nuttig om je goed in te lezen in de achtergrond van het werk. Tegelijkertijd mag je je daar niet in verliezen, maar meestal zorgt de tijdsdruk er wel voor dat dat niet gebeurt. Zorg er daarnaast voor dat je voldoende hulplijnen hebt voor thema’s waarmee je zelf minder vertrouwd bent. Zo heeft Henri voor dit project waardevolle input kunnen geven door zijn diepgaande kennis van de Duitse cultuurgeschiedenis. Tot slot: raadpleeg bestaande vertalingen pas nadat je de eerste versie van je eigen vertaling af hebt. Zo vermijd je dat je onbewust beïnvloed wordt door de keuzes van eerdere vertalers.”

Joëlle: “Het is belangrijk om er voldoende tijd voor te nemen, zodat je de vertaling even aan de kant kunt leggen om er vervolgens met een frisse blik naar te kijken. Tegelijkertijd kan té veel tijd ook verlammend werken, dus een goede balans is essentieel. Verder levert het samen vertalen van een klassieker zeker rijkere inzichten op dan alleen vertalen. Ondanks de complexiteit en intensiteit van het proces zou ik het zeker aanraden.”

Henri: “Laat je niet verlammen door schroom ten aanzien van de brontekst. Ik denk dat het belangrijk is om je ook – en misschien wel vooral – bewust te zijn van je verantwoordelijkheid ten opzichte van de doeltekst. Sluit je verder niet op met die twee teksten, origineel en vertaling. Laat de blik van anderen binnen, zodat je ziet dat er ook andere mogelijkheden zijn dan diegene die jij had voorgesteld. Dat helpt om afstand te nemen van een tekst en zo tot een beter resultaat te komen. Dat beschouw ik ook zeker als de meerwaarde van een mentoraat: die extra blik bieden.”

De vertaling moest modern en toegankelijk zijn, maar wel het klassieke karakter behouden.

Vertaler en redacteur Annelies de hertogh

Hoe zorg je ervoor dat een klassieker zijn weg vindt naar het publiek?

Sam: “We proberen altijd om een link te leggen met het heden, bijvoorbeeld door een voorwoord van een hedendaagse auteur. We kiezen ook bewust boeken met thema’s die aansluiten bij de actualiteit, zoals het werk van Arthur Schnitzler, dat onder meer gaat over het groeiende antisemitisme rond de jaren 1900, of ‘De vliegers’ van Romain Gary, dat oorlog beschrijft op een totaal andere manier dan hoe wij er vandaag over spreken. Zoiets kan echt een eyeopener zijn over tendensen en uitdagingen die we ook vandaag de dag zien. Daarnaast organiseren we regelmatig events met relevante sprekers om een nieuwe titel extra in de kijker te zetten, maar de media zouden hier zeker nog een grotere rol kunnen spelen: volgens mij kan een nieuwe vertaling van ‘Die Leiden des jungen Werther’ bijvoorbeeld perfect de aanleiding zijn voor een gesprek in ‘De Afspraak’ over thema’s als individu versus maatschappij, de hoge zelfmoordcijfers enzovoort. Zoiets gebeurt helaas niet, of te weinig, zodat het moeilijk blijft om een breder publiek te bereiken.”

Tot slot: de samenwerking tussen Joëlle Feijen en uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts krijgt nog een vervolg. Hoe zal dat eruitzien?

Sam: “In de samenwerking voor de ‘Werther’-vertaling bleek dat Joëlle niet alleen erg nauwkeurig, creatief en goed vertaalde, maar ook dat ze enthousiast en kritisch kon zijn. Toen ze liet blijken ook schrijfambities te hebben, was ik erg geïnteresseerd. Haar pitch is uitermate boeiend en meerlagig: over families, en over hoe je kunt zien ook als je niet kunt zien. Het boek, dat de titel ‘De spiegelzussen’ krijgt, staat gepland voor 2027.”

Joëlle: “Dit is inderdaad een nieuwe wending in mijn carrière. Op vraag van Sam schreef ik een projectvoorstel, dat uiteindelijk leidde tot een contract voor mijn debuut als auteur. Het boek, dat onder de noemer ‘autofictie’ zal vallen, vertelt het verhaal van twee tweelingzussen die verstrikt raken in een web van emoties zodra een van hen ernstig ziek en blind wordt. Het beschrijft dus op een fictieve manier mijn eigen levensverhaal. Het schrijven van een boek zorgt voor een nieuwe uitdaging en inspiratiebron, naast mijn werk als vertaler.”

Joëlle Feijen kreeg voor ‘De kwellingen van de jonge Werther’ een projectbeurs van Literatuur Vlaanderen. Eva Gijsen ontving een stimuleringssubsidie van Literatuur Vlaanderen. Daarnaast werd aan Eva een mentoraat van het Expertisecentrum Literair Vertalen (ELV) toegekend; haar mentor was Henri Bloemen.