“Als je denkt dat kunst nu de laatste zorg is in Palestina, heb je het mis.”

In de kijker 17 november 2025

Paul Verrept (Bebuquin) over Palestijnse theaterteksten

Palestijnse theaterteksten kunnen een andere blik geven op de Arabische wereld, voorbij de dagelijkse actualiteit. Uitgeverij Bebuquin publiceerde in het najaar van 2025 een bundel met drie recente Palestijnse theaterteksten, een uitgave die niet mogelijk was zonder de steun van Literatuur Vlaanderen. Uitgever Paul Verrept: “Het zijn diepmenselijke teksten, die herkenbaar zijn, maar ook laten zien hoe het leven in Palestina onder zeer grote druk staat.”

©

links naar rechts Khulood Basel - Sebastian Steveniers - Dalia Taha - Marleen Nelen

Waarom wilde jij deze bundel publiceren?

Paul Verrept: “Het is een manier om mezelf te engageren zonder mijn eigen stem op te dringen. In de omgang van het Westen met de Arabische wereld ontbreken de Arabische stemmen vaak, ook de Palestijnse. Via literatuur en theater kunnen we hen wel leren kennen en krijgen we de mogelijkheid om verder te kijken dan de actuele politieke situatie.”

Hoe is de bundel samengesteld?

“De selectie gebeurde door Cees Vossen, met wie Bebuquin in het verleden al samenwerkte rond Arabische teksten. Toen deed hij dat vanuit nomadisch kunstencentrum Moussem, nu vanuit zijn eigen Mint Arts Platform. We wilden drie uiteenlopende stukken die verschillende aspecten van de Palestijnse realiteit tonen. Ze gaan niet alleen over Gaza, maar ook over de Westelijke Jordaanoever.

Verder hebben we naar kwaliteit gekeken. De teksten zijn stilistisch sterk en de auteurs - Rimah Jabr, Dalia Taha, Bashar Murkus - zijn geen onbekenden in de internationale theaterwereld. Hun teksten zijn eerder opgevoerd in het buitenland. Dat is ook weer niet zo ongebruikelijk. Omdat de situatie in hun thuisland zo moeilijk is, trok het Palestijnse theater noodgedwongen de wereld in.”

Waarvoor kon je de steun van Literatuur Vlaanderen inzetten?

“De bundel moest een introductie tot het Palestijnse theater worden. Al hebben de auteurs internationaal faam, voor de doorsnee lezer zijn ze onbekend."

Bovendien leeft het idee dat theaterteksten niet dienen om te lezen. De blik van de lezer verruimen vraagt om een investering.

Brigitte Herremans en Helge Daniels

©

Lore Baeten

"Met drie auteurs, drie vertalers (Lore Baeten, Nisrine Mbarki Ben Ayad en Arjwan al Fayle) en een redacteur liepen de kosten op.  Zonder de steun van Literatuur Vlaanderen was het niet haalbaar geweest. Gelukkig kregen we daarnaast ook ondersteuning van een aantal theatergezelschappen.”

Welke rol speelt theater momenteel voor de Palestijnse bevolking?

Als je denkt dat kunst daar nu de laatste zorg is, heb je het mis. Ik heb de indruk dat theater vandaag net heel veel betekent voor de Palestijnen.

"Als je bedreigd wordt, groeit de nood om je stem te laten horen. Tegelijk is theater een vorm van vlucht en traumaverwerking. In de teksten zit vaak een gecontroleerde herbeleving van drama's. Theateropvoeringen en samenkomsten liggen in Palestina (en Israël) vandaag wel gevoelig, maar veel makers werken in het buitenland. Palestijns theater bestaat ook buiten Palestina.”

Wat spreekt jou persoonlijk aan in deze teksten?

“Hun menselijkheid. De teksten zijn herkenbaar, maar laten ook zien hoe het leven in Palestina onder zeer grote druk staat. Aan alles merk je de noodzaak waarmee de Palestijnse theatermakers schrijven. De externe bezetting zet alles op scherp, de ruimte waarin de gebeurtenissen zich afspelen voelt beklemmend. En dat contrasteert dan weer met voor ons herkenbare taferelen van spelende kinderen, met dat verschil dat de kinderen niet zeggen: ‘Om ter eerst tot aan de overkant van de straat’ maar ‘Om ter eerst tot aan de overkant, als we tenminste niet doodgeschoten worden’.”

Is er een passage die jou erg heeft aangegrepen? 

“In ‘Dit is niet wat ik je wil vertellen’ wordt een 15-jarig meisje wakker met naast haar een mes en een plas bloed. Ze weet niet wat er is gebeurd, maar wordt beschuldigd van een moordaanslag. Dat vond ik ontzettend aangrijpend, omwille van de jonge leeftijd van het personage, maar ook omdat het is gebaseerd op echte gebeurtenissen. In 2015 en 2016 was er een golf van wanhopige mesaanvallen door tieners op Israëlische soldaten.”

Is het ook de bedoeling dat de teksten hier zullen worden gespeeld?

“Dat zou prachtig zijn. Ik heb in het verleden al gemerkt dat daar vaak wat tijd overheen gaat. Maar het gebeurt wel. Arabische teksten die we eerder uitgaven, worden nu op scholen gebruikt, of voor ingangsexamens. Een andere tekst heeft al eens op tafel gelegen voor de Zomer van Antwerpen. En op de boekvoorstelling zei iemand meteen dat hij deze teksten wilde gebruiken in het DKO."

Ik denk dat ze relatief veel kans maken om te worden opgepikt. De Palestijnse samenleving is een erg open samenleving, met veel invloeden van de westerse kunst. Daardoor zijn de teksten erg toegankelijk.

Heb jij advies voor andere uitgevers die een subsidie-aanvraag willen indienen?

“Met de uitgeverij hebben we al een paar keer ondersteuning gekregen. Vanuit deze ervaring zou ik zo’n subsidie-aanvraag niet aanraden voor heel kleine projecten. In een aanvraag kruipt veel tijd: het moet ook lonen. Verder is het belangrijk dat je goed duidt hoe je de publicatie de wereld wilt insturen. Het is niet altijd gemakkelijk om te anticiperen op mogelijke interesse, toch moet je proberen om daar zo concreet mogelijk in te zijn. Ik denk ook dat je een eerlijk dossier moet schrijven. Je moet niet doen alsof wat je uitbrengt groter is of meer impact heeft dan effectief het geval is.”

Het allerbelangrijkste blijft dat je met je uitgave een verschil maakt. Dit boek zou er niet zijn geweest als wij het niet hadden gemaakt. Dat vind ik zelf heel belangrijk en ik denk dat de commissie dat ook waardeert. Dat de bundel daarenboven urgentie combineert met kwaliteit, heeft daar zeker toe bijgedragen.