Familiefoto levert Toon Horsten Duits succes

De wereld in 28 juli 2021
Toon Horsten
©

Jan Crab

De eerste buitenlandse aandacht voor ‘De pater en de filosoof’ kwam uit Nederland. Journalist en hoogleraar filosofie Ger Groot kroop in zijn pen voor NRC Handelsblad  en bejubelde het boek. Auteur Toon Horsten werd er erg blij van. Zijn zoektocht naar pater Herman Van Breda, de centrale figuur in het boek, startte jaren daarvoor eerder toevallig op een familiefeest en resulteerde uiteindelijk in een boek dat het in de zomer van 2021 tot in de non-fictie top 10 van de publieke Duitse omroep ZDF en het weekblad Die Zeit schopte. In oktober reist het boek door naar Spanje, ook een Japanse vertaling staat al op stapel.

In de Duitse non-fictie top 10 belanden, dan ben je in ieder geval uit de niche getreden. Wat heeft dat je gebracht?

Het is even prettig als surreëel. Ik bladerde door het trouwalbum van mijn ouders, vroeg me af wie die lachende en rokende pater was die met mijn grootmoeder op een zwart-wit foto staat. Later ontdekte ik dat hij onder meer een eredoctoraat in Freiburg kreeg én een Yad Vashem-medaille van de staat Israel, dus besloot ik op onderzoek te trekken. Dat resulteerde uiteindelijk in mijn boek, waarmee ik zoveel jaar later met een Duitse televisieploeg door Leuven trok voor een reportage over die pater.

In Duitsland behoren Edmund Husserl en Edith Stein tot het collectieve geheugen, en neemt de filosofie een veel centralere plaats in de samenleving in.

De grote interesse uit Duitsland is enigszins te verklaren. Van Breda redde voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog de geestelijke nalatenschap van de filosoof Edmund Husserl, en later ook die van filosofe en katholieke mystica Edith Stein, die nog voor Husserl heeft gewerkt. In Duitsland behoren die tot het collectieve geheugen, en neemt de filosofie een veel centralere plaats in de samenleving in. Wat zeker ook meespeelt is dat Van Breda als het negatief van Martin Heidegger wordt gezien. De gedroomde opvolger van Husserl, die zijn (Joodse) leermeester in de steek liet, en voor de nationaalsocialisten koos. Heidegger is dan de grote filosoof die op het moment van de waarheid enkel de foute dingen deed; Van Breda de kleine, onbeduidende filosoof, een pater dan nog, die deed wat moest gebeuren. Een groot denker aan de ene kant, een man van de daad aan de andere. De Franse filosoof Emmanuel Levinas, die goed met Van Breda bevriend was en veel familieleden verloor in de concentratiekampen, zag het contrast in ieder geval zo. Hij wilde Heidegger diens houding tijdens de oorlog nooit vergeven.

Wat ik ook meteen merkte is dat de Duitse boekenmarkt groter is dan de onze, zodat je ook een veel groter en diverser aanbod in de kritiek hebt. Recensenten gaan bovendien steeds de diepte in, zelfs als ze maar een kort stuk mogen maken. Ze nemen hun taak ernstig.

Marlene Müller-Haas vertaalde ‘Der Pater und der Philosoph’. Welke invloed heeft dat op je werk gehad?

De pater en de filosoof

Galiani, Berlin

De vragen die Marlene stelde waren verfrissend. Ze hield sommige passages uitgebreid tegen het licht, en ging soms bijna als een factchecker aan de slag. Hier en daar bleek de tekst meer ruimte voor interpretatie te laten dan ik dacht. Grote inhoudelijke fouten kwamen gelukkig niet boven water, maar op sommige plaatsen heb ik in de pas verschenen (vierde) editie van het boek de tekst ook in het Nederlands toch aangepast. Het gaat om een paar details, maar toch. Mijn boek is er beter van geworden. Ik kon het natuurlijk enkel opvolgen omdat mijn Duits, in ieder geval als lezer, vrij goed is. Voor de Spaanse en zeker de Japanse editie ligt dat anders.

Je boek werd in de Nederlandse en Duitstalige media massaal getipt. Met welk artikel ben je het meest tevreden?

Door de aandacht vanuit Nederland is het boek in eigen land pas beginnen leven. Ik ben dus dankbaar dat Ger Groot, een man wiens werk ik sowieso zeer apprecieer, het boek als eerste in de lucht stak. In Duitsland speelde de eerste grote recensie in de Frankfurter Allgemeine Zeitung min of meer dezelfde rol. Dat stuk stak daar het vuur aan de lont. Zoals ik al zei: de meeste recensenten nemen hun taak zeer ernstig, dus het was altijd boeiend om die stukken te lezen. Interessant was bijvoorbeeld het stuk in de Tageszeitung (TAZ), waarin de vraag werd gesteld hoeveel mensen Van Breda had kunnen redden als hij zich met dezelfde ijver waarmee hij nu manuscripten heeft gevrijwaard aan het redden van joodse vluchtelingen of onderduikers had gewijd.

Soms loont het koppig je eigen ding te blijven doen.

 ‘De pater en de filosoof’ zag het daglicht in 2018. Staat er al een volgend boek op stapel?

Ik ben begonnen aan een volgende boek, en opnieuw ben ik beginnen krabben rond een faits divers in mijn eigen leven. Iets wat heel toevallig op mijn pad kwam, waar dan een heel verhaal achter blijkt schuil te gaan. Ik zou kunnen zeggen dat al die projecten uit verbazing, verwondering vertrekken. Momenteel zit ik nog volop in de researchfase, en het is door de coronacrisis allemaal wel wat vertraagd. Ik doe rustig door, en trek binnenkort ook naar Berlijn voor research. En dan zien we wel wat het uiteindelijk wordt. Toen ik aan ‘Landlopers’ werkte, mijn eerste grote non-fictieproject uit 2013, vonden nogal wat mensen dat een bizar onderwerp. Terwijl de landloperskolonie van Wortel, die centraal staat in het boek, deze week wel werd erkend als Unesco Werelderfgoed. Ook op ‘De pater en de filosoof’ werd aanvankelijk lauw gereageerd door verschillende uitgevers. Gelukkig maakte Ronald Grossey, met wie ik eerder al had gewerkt, toen zijn terugkeer in het uitgeefvak. Hij ging bij uitgeverij Vrijdag aan de slag. Ik stuurde hem het manuscript, en anderhalf uur later belde hij me enthousiast: ‘Ik zit aan pagina zestig, en wil dit uitgeven!’ Soms loont het koppig je eigen ding te blijven doen.

Voor zijn nieuwe project ontving Toon Horsten een werkbeurs van Literatuur Vlaanderen. Voor de Duitse vertaling van ‘De pater en de filosoof’ werd een translation grant toegekend.