Tweede rapport ‘Ongelijk maar eerlijk’ toont perspectief van maker

In de kijker 30 mei 2022
Lezing Marjolein Pottie
©

Michiel Devijver

Het Overleg Literaire Organisatoren, Vlaams-Nederlands huis deBuren, de Vlaamse Auteursvereniging en Literatuur Vlaanderen presenteren het tweede deel van ‘Ongelijk maar eerlijk', een onderzoek van neerlandicus en literatuurwetenschapper dr. Kila van der Starre met focus op de literaire makers. Dat onderzoek kwam er op vraag van het BoekenOverleg. Dankzij de openheid van alle deelnemers aan dit nieuwe onderzoek kunnen weer nieuwe stappen gezet worden om meer duidelijkheid te creëren in de literaire sector over de correcte verloning van literaire makers.

Blik van de maker

Waar in 2021 voor het eerste rapport de focus lag op het perspectief van de opdrachtgevers, werd er nu gekeken vanuit de blik van de makers. Op basis van een gerichte steekproef komt het perspectief van auteurs, literair vertalers, illustratoren en literaire managers in dit tweede rapport aan bod. Daarnaast werd het databaseonderzoek uit deel een genuanceerd door ook rekening te houden met prijsverschillen bij het aantal identieke lezingen op één dag. 

Het tweede deel met focus op de literaire makers leerde ons dat terwijl lonen doorlopend geïndexeerd worden, de vergoedingen voor makers vaak jaren hetzelfde blijven en herziening van het beloningsbeleid prioritair is.

Willem Bongers-Dek, voorzitter Overleg Literaire Organisatoren

Het tweede deel met focus op de literaire makers leerde ons dat terwijl lonen doorlopend geïndexeerd worden, de vergoedingen voor makers vaak jaren hetzelfde blijven en herziening van het beloningsbeleid prioritair is.

Het wordt tijd om de koek significant te vergroten, zodat onze literatuur aan de bron - dus bij de auteurs - kan worden versterkt. VAV hoort ook sterk de roep om meer en duidelijkere informatie. Daar zullen we de komende tijd, samen met onze partners, op inzetten.

Matthijs de Ridder, VAV

En het beleid?

Daarnaast doet Van der Starre nog enkele suggesties voor het beleid van Literatuur Vlaanderen. Literatuur Vlaanderen schreef op basis daarvan alvast een rapport, waaruit blijkt hoe complex de situatie bijvoorbeeld is bij lezingen voor een schoolpubliek. Ongeveer 70% van alle lezingen die door Literatuur Vlaanderen gesteund worden, vindt plaats op school of in de bibliotheek.

In het rapport wordt geopperd om de minimale tarieven te verhogen, maar verder onderzoek naar consequenties is daarvoor noodzakelijk. We moeten voorkomen dat er minder auteurslezingen georganiseerd zouden worden, want een auteur op bezoek doet lezen en betekent ontdekken, verrassen, inspireren... en daar moeten we blijven op inzetten.

Katja Grammens, VVBAD

12% van de auteurs die lezingen geven met steun van Literatuur Vlaanderen, ontvangen op dit moment het door Literatuur Vlaanderen vastgestelde minimumbedrag van 135 euro per lezing. Bovendien geven zij vaak meer dan één lezing per dag. Uit extra cijferanalyse blijkt dat de gemiddelde prijs per lezing daalt naarmate er meer lezingen per dag worden gegeven. Het is dus logisch om andere bedragen af te spreken voor auteurs die meerdere keren per dag een (kortere) identieke lezing geven dan voor een auteur die één keer een avondvullende lezing geeft. Wanneer er nieuwe minimumbijdragen vastgelegd worden voor door Literatuur Vlaanderen gesubsidieerde lezingen, moeten we naast de genoemde factoren uit het onderzoek ook rekening houden met het aantal lezingen dat op één dag en locatie gegeven wordt.

Literatuur Vlaanderen gaat nieuwe gesprekken aan met de nodige partijen om tot meer correcte minimumtarieven te komen, die ook rekening houden met de verschillende factoren die van invloed zijn op het honorarium voor een lezing.

Lore Piers, beleidsmedewerker Literatuur Vlaanderen