‘Ik houd graag een pleidooi voor de literaire tijdschriften: lees ze! Abonneer je!’

Over Literatuur Vlaanderen 13 april 2022
Aline Lapeire, adviescommissie literaire tijdschriften

Aline Lapeire engageerde zich vijf jaar lang voor de adviescommissie literaire tijdschriften.

©

Bob Van Mol

Aline Lapeire zette zich vijf jaar lang in voor de adviescommissie literaire tijdschriften, maar in 2022 neemt ze afscheid. Onze huisfotograaf Bob Van Mol wilde Aline graag fotograferen op haar favoriete leesplek. ‘In bed en in bad’ kwamen niet in aanmerking, dat begrepen we natuurlijk. Ook ‘op haar pendeltrein tussen Gent en Brussel’ was moeilijk, want een foto met mondmasker vonden we maar niks. Dus ging Bob met Aline naar deBuren, waar ze werkt als literair programmamaker.

Is er een link tussen jouw werk bij deBuren en de tijdschriften?

‘Zeker. Zo ben ik er betrokken bij de Schrijfresidentie, waarbij we elk jaar 18 jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs meenemen naar Parijs om daar twee weken intensief aan nieuwe teksten te werken. Dankzij het netwerk van literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland krijgen deze auteurs de kans om door redacties begeleid en gepubliceerd te worden. Dat is een enorme stimulans.’

In 2014 vroeg Literatuur Vlaanderen of je lid wilde worden van de adviescommissie literaire tijdschriften. Waren het je eerste stappen in die wereld?

‘Ik was verbaasd toen ik gevraagd werd, maar het leek me wel interessant. Ik vind het belangrijk dat opkomend schrijftalent in Vlaanderen ook buiten het commerciële systeem plaatsen heeft om te publiceren. Het is boeiend om te zien wat er allemaal ontstaat bij de literaire tijdschriften. Welke jonge stemmen schrijven nieuwe teksten? Over welke thema’s? In welke genres? Vijf jaar geleden kende ik bijvoorbeeld echt niet veel van het Vlaamse beeldverhaal. Door Stripgids en Pulp Deluxe ontdekte ik hoeveel in dat medium mogelijk is.

Ik vind het super dat redacties zich blijven inzetten om nieuwe stemmen een podium te geven en innovatie in de literatuur mogelijk te maken.

Aline Lapeire, adviescommissie literaire tijdschriften

We moeten het vragen: zijn literaire tijdschriften nog wel relevant?

‘Algemene tijdschriften hebben het al moeilijk om lezers te vinden, dus dat geldt voor een niche zoals de literaire tijdschriften evengoed. Maar ik hou graag een pleidooi voor de literaire tijdschriften: lees ze! Abonneer je! Sommigen tijdschriften werken met thema’s, andere zijn gespecialiseerd in literatuurgeschiedenis en nog andere doen vernieuwend literair onderzoek. Er zijn er die zich meer toeleggen op jong talent en andere meer op gevestigde namen. In ieder geval: elk tijdschrift bezorgt je literaire ontdekkingen.’

De literaire tijdschriften zijn er niet alleen voor lezers, maar ook voor beginnende schrijvers, toch?

‘Klopt! Het is als jonge auteur erg waardevol om je bij een redactie te kunnen aansluiten. Je kunt een netwerk aanboren, gebruikmaken van de aanwezige knowhow en tegelijkertijd zelf redactie-ervaring opdoen. Ik vind het super dat redacties zich blijven inzetten om jonge stemmen een podium te geven en innovatie in de literatuur mogelijk te maken. Literaire tijdschriften hebben op die manier een sleutelfunctie in het literaire veld.

Veel schrijvers die nu gevestigd zijn en grote oplages verkopen, passeerden door het netwerk van literaire tijdschriften. Als niemand hen ooit een kans had gegeven, hadden ze nu misschien bij een bank gewerkt.’

Aline Lapeire

Aline Lapeire

©

Bob Van Mol

Kreeg je als commissielid wel eens kritiek?

‘Natuurlijk kun je niet voor iedereen goed doen. Veel tijdschriften hebben nood aan meer steun dan er middelen zijn. Het is vaak een moeilijke afweging, hoe we moeten omgaan met de beschikbare middelen. Maar door er met een groep mensen een inhoudelijke discussie over te voeren, denk ik dat we het budget steeds op de best mogelijke manier verdelen. We moedigen de tijdschriften ook aan om eigen financiering te vinden, door partnerschappen of via advertenties.’

Heb je tijdens je vijf jaar bij Literatuur Vlaanderen de tijdschriften zien groeien?

‘Absoluut. Het is vooral dankbaar wanneer ze niet alleen rekening houden met wat Literatuur Vlaanderen belangrijk vindt, maar ook ondervinden dat wat we vragen goed is voor het tijdschrift. Zo stellen wij bijvoorbeeld de uitdrukkelijke vraag naar een meer inclusieve redactie. Verschillende tijdschriften hebben de meerwaarde hiervan ontdekt. Door redactieleden met een andere culturele achtergrond te betrekken, merk je dat er teksten gepubliceerd worden die drie jaar geleden misschien niet op de radar waren verschenen. Een tijdschrift als Kluger Hans werkt nu met open oproepen, waar een enorm verscheiden groep aan schrijvers mee aan de slag gaat. Zo debuteren veel beginnende schrijvers daar.’

Hoe is de dynamiek tussen de commissie en de tijdschriften?

‘Ik zou het jammer vinden als de redacties zouden denken dat wij in een ivoren toren zitten. Uiteindelijk is onze missie dezelfde als die van hen: kwaliteitsvolle tijdschriften uitbouwen die een goede voedingsbodem voor beginnende auteurs zijn, en meer enthousiasme voor literatuur in Vlaanderen. Bovendien werkt iedereen, ook de leden van de adviescommissie, puur vanuit liefde voor literatuur. Vanuit de hoop dat auteurs een kans krijgen en dat er interessante literaire vernieuwing ontstaat. De redacties verwonderen ons ook met frisse ideeën en slimme oplossingen.’

Ik hoop dat de tijdschriften zich kunnen blijven ontwikkelen en dat ze hun functie als platform, organisator en broedplaats kunnen blijven ontplooien.

Aline Lapeire, adviescommissie literaire tijdschriften

In 2021 organiseerde Literatuur Vlaanderen voor de eerste keer gesprekken tussen de adviescommissie en de redacties van de literaire tijdschriften. Hoe was dat voor jou?

‘In het begin vroeg ik me af of dit persoonlijke contact onze onafhankelijkheid niet zou beïnvloeden. Maar het is heel interessant gebleken om een aantal zaken rechtstreeks te bespreken met de redacties en hun visie mondeling te horen. Je leert de mensen achter het tijdschrift beter kennen. Ook voor de redacties is dit zinvol.'

Welke toekomst zie je voor het literaire tijdschrift?

‘Ik hoop dat de tijdschriften zich kunnen blijven ontwikkelen en dat ze hun functie als platform, organisator en broedplaats kunnen blijven ontplooien. Veel tijdschriften hebben plannen rond podcasting, evenementen, talentontwikkelingstrajecten … Het zou bovendien fijn zijn als er nog nieuwe kwalitatieve literaire tijdschriften en platformen zouden ontstaan. Elke vier jaar kunnen zij zich kandidaat stellen om meegenomen te worden in de meerjarige regeling.‘

Tot slot: hoe ga je je afscheid van de commissie vieren?

‘Ik zou willen zeggen: door nog eens allemaal in levenden lijve op café te gaan. Het is er door de coronasituatie nog niet van gekomen, maar hopelijk gauw!’

We regelen het.