
Nippon Connection
In 2022 lanceerden we de subsidies voor fragmentvertalingen, die literair vertalers de tijd geven om een fragment van een boek te vertalen en onder de aandacht te brengen van uitgevers. Luk Van Haute was een van de vertalers die dat jaar een subsidie ontving.
Hij vertaalde een fragment uit 'Kani kōsen' van Takiji Kobayashi uit het Japans. Dat boek verschijnt deze maand als ‘Het krabbenschip’ bij Uitgeverij Cossee, samen met zijn eigen non-fictieboek ‘Trein naar Kamakura’. Luk vertelt graag waarom hij het boek wilde vertalen en hoe hij de uitgever overtuigde om samen in zee te gaan.
Kun je kort schetsen waar het boek over gaat en wie de schrijver is?
“Takiji Kobayashi (1903-1933) schreef ‘Het krabbenschip’ in 1929. Vier jaar later overleed hij in een politiebureau, als gevolg van foltering na een zoveelste arrestatie vanwege zijn ‘subversieve’ activiteiten als lid van de communistische partij. Het krabbenschip uit de titel is in feite een drijvende fabriek waar krabben worden ingeblikt. Het schip vormt een microkosmos voor het kapitalistische systeem dat alleen aan winst denkt en de arbeiders uitbuit. Als er door de barre omstandigheden ook doden vallen, komen de vissers in opstand.”
Waarom wilde je dit boek vertalen en waarom vroeg je daarvoor een subsidie voor een fragmentvertaling aan?
“Ik hou al jaren een lijstje bij van boeken die ik graag wil vertalen. Dit boek stond daar al lang op, omdat het me altijd is bijgebleven sinds ik het las. Het verhaal is spannend en meeslepend, en dankzij de dynamische en filmische stijl zit je als lezer meteen midden in de actie. De talrijke dialogen zijn ook levensecht beschreven. Toen ik vernam dat Literatuur Vlaanderen subsidies gaf voor fragmentvertalingen, zag ik dat als een kans om een uitgever te vinden voor dit boek. Redacteurs willen vaak een Engelse, Franse of Duitse vertaling lezen voor ze een beslissing nemen, maar bij dit boek was dat problematisch. De Engelse vertaling uit de jaren 1970 was amateuristisch en een recentere Engelse vertaling was gemaakt door een academicus en moeilijk vast te krijgen. Daarom was het belangrijk dat ik zelf een fragment vertaalde om een idee te geven van hoe het in het Nederlands zou klinken. Het boek bevat veel dialecten en ruwe zeemansstaal, wat de vertaling ook extra uitdagend maakte.”
Toen ik vernam dat Literatuur Vlaanderen subsidies gaf voor fragmentvertalingen, zag ik dat als een kans om een uitgever te vinden voor dit boek.
Hoe is de zoektocht naar een uitgever verlopen?
“Mijn eerste idee was om uitgevers aan te spreken die minder voor de hand liggende werken uitgeven, zoals Van Oorschot en Atheneum, maar omdat ik daar niemand echt persoonlijk ken, heb ik toch eerst contact opgenomen met uitgeverijen waar dat wel het geval was. Zo kwam ik eerst bij Meulenhoff terecht, waar ik al eerder boeken had uitgegeven. Omdat mijn contactpersoon daar wegging, is er uiteindelijk niets van gekomen. Daarna heb ik het boek voorgelegd aan Atlas Contact, maar zij lieten me enkele maanden later weten dat ze het verhaal te kort vonden en de voorkeur gaven aan auteurs met een uitgebreider oeuvre. Vervolgens legde ik mijn leesrapport voor aan Cossee, waar ook al vertalingen van mijn hand waren verschenen. Zij stonden open voor meer Japanse literatuur, al waren ze niet meteen overtuigd.”
Hoe heb je hen over de streep getrokken?
“Ik heb er vooral op gehamerd hoe relevant en actueel het verhaal vandaag de dag is. Het boek behandelt onderwerpen zoals arbeidersrechten en uitbuiting, wat nog steeds hete hangijzers zijn – denk maar aan moderne flexijobs van koeriers en magazijnwerkers, die vaak geen rechten hebben en overgeleverd zijn aan de willekeur van hun werkgevers. Daarnaast heb ik ook de recente heropleving van het boek in Japan benadrukt. Hoewel het boek bij verschijning al aansloeg, werd het snel verboden. Na de oorlog werden er jaarlijks wel een paar duizend exemplaren verkocht in Japan, maar in 2008 werd het voor het eerst een echte bestseller, met een verfilming en vertalingen tot gevolg. Ook de Nederlandse recensenten die het boek al hebben gelezen, zijn heel enthousiast over de Nederlandse vertaling.”
Ik heb er vooral op gehamerd hoe relevant en actueel het verhaal vandaag de dag is.
Hoe belangrijk was je eerdere werk als vertaler?
“Dat speelt natuurlijk een grote rol. Ik heb ongeveer 40 boeken vertaald en in de loop der jaren relaties opgebouwd met verschillende uitgeverijen. Dat netwerk heeft dus zeker geholpen. Bij minder bekende auteurs zijn uitgevers vaak terughoudend om risico's te nemen, maar mijn kennis van de Japanse literatuur komt van pas om het kaf van het koren te scheiden. Ook voor Cossee had ik dus al meerdere vertalingen gemaakt, waaronder drie romans van Yoko Ogawa – ‘Hotel Iris’, ‘Het onvergetelijke jaar van Tomoko’ en ‘De geheugenpolitie’. We zijn van plan om samen door te gaan met het publiceren van Japanse literatuur en willen graag nog een vierde titel van Ogawa uitgeven. Bovendien heb ik naast de vertaling van ‘Het krabbenschip’ ook mijn eigen boek – ‘Trein naar Kamakura’ – bij hen onder gebracht.”
Wie of wat heeft je nog geholpen bij de realisatie van de vertaling?
“Het leesrapport dat ik had opgesteld voor de aanvraag bleek een grote meerwaarde voor het nawoord in het boek. Ook van belang bij dit project is dat de tekst in het publieke domein zit. Dat heeft als voordeel voor de uitgever dat die geen vertaalrechten moet aankopen, maar voor mij als vertaler was er het risico dat iemand anders het boek zou willen vertalen en uitgeven. Dat bleek ook het geval, maar toevallig had die persoon op de website van Literatuur Vlaanderen gezien dat ik een subsidie voor een fragmentvertaling had ontvangen, waardoor die het plan opzij heeft gelegd. We hebben een goede verstandhouding en ik kreeg de contactgegevens van een Japanner die meer kon vertellen over een tentoonstelling over proletarische literatuur in Japan. Die info kwam goed van pas voor het nawoord én mijn eigen boek. Met andere woorden: onderhoud je netwerk, want dat loont!”
Het leesrapport dat ik had opgesteld voor de aanvraag bleek een grote meerwaarde voor het nawoord in het boek.
Heb je nog een tip voor andere vertalers die een fragmentvertaling maken en een uitgever zoeken?
“Toon het commerciële potentieel van het boek aan. Als je kunt laten zien dat het boek in de brontaal of in andere vertalingen goed verkocht heeft of prijzen heeft gewonnen, is dat een sterk argument. Daarnaast is het belangrijk om de relevantie en actualiteit van de thematiek van het boek te benadrukken. Ik heb altijd een leesrapport meegestuurd met mijn fragmentvertaling, waarin ik die punten benadrukte – afgestemd op de specifieke uitgever.”
Toon het commerciële potentieel van het boek aan. Als je kunt laten zien dat het boek in de brontaal of in andere vertalingen goed verkocht heeft of prijzen heeft gewonnen, is dat een sterk argument.