Zeven keer groter groeien dan je bent

Van oktober tot februari ging auteur Goedele Ghijsen op residentie in de Provinciale Technische School in Maasmechelen. Samen met de leerlingen van het derde jaar Technische Wetenschappen verdwaalde ze wekenlang in verhalen. Een historie met de nodige weerstand én euforie.

Goede Ghijsen
©

Bob Van Mol

Met een tas vol schrijfideeën danste ik de eerste dag de school binnen. Even later keken zeven jongens me met een sprankel in de ogen aan. Hadden zij ook zoveel zin in dit project? Of vroegen ze zich af hoe lang wij het samen zouden uithouden? Met de krantenkoppen over jongeren en boeken in mijn achterhoofd probeerde ik mezelf wat af te remmen, want had de hele wereld me niet gewaarschuwd dat jongeren niet houden van verhalen? Tuurlijk doen ze dat wél! Jongeren spelen games, kijken naar films en vertellen sterke verhalen aan elkaar. De sprankel in hun ogen was er dus een van enthousiasme. Toch was het in het begin onmogelijk voor hen om te kiezen wat ze wilden uitwerken, want een papieren boek, dat was voor de meesten een ver-van-mijn-bedshow. Zouden zij echt een boek uitwerken? Nee, toch?

Meester in camoufleren

Dus verdwaalden we wekenlang in verhalen. We vertrokken vanuit autobiografische teksten, verkenden biografieën en ontdekten ten slotte de paden van de fictie. We zoomden in op zintuigen en details, gaven elkaar feedback over hoe duidelijk het verhaal en de personages waren, leerden hoe je genoeg conflict inbouwt in een verhaal, maakten oefeningen op vertelperspectief, dialogen en beeldspraak. Spelenderwijs ontdekten we hoe een sterk verhaal is opgebouwd. Zelf had ik op vraag van de pedagogische begeleiding de eindtermen voortdurend in het achterhoofd, maar sinds ik een survivalgroeiboek voor eerste lezers schreef, ben ik gelukkig een meester in camoufleren. De aanpak had succes.

Stilaan durfden de jongens meer en meer, enkelen voelden zich al een beetje auteur.

Auteursresidentie Goedele Ghijsen
©

Bob Van Mol

De kracht van de antagonist

Uiteindelijk waren we er klaar voor. De beslissing was gevallen: ons eindproject zou een pathbook worden. Een kortverhalenbundel waarin de lezer telkens kan kiezen hoe het verhaal verdergaat. De jongens boorden allerlei genres aan en verrasten me met hun sterke verhaallijnen. Nieuwe eindes schrijven bij de teksten van de anderen had ook succes, maar zoals in elk goed verhaal kwam er een dieptepunt. Net op het moment dat de jongens met hangende schouders terugkwamen van een medisch schooltoezicht dat flink uitgelopen was, vroeg ik om hun teksten te herschrijven. Om na te denken over hoe ze hun verhaal geschreven hadden, zoals een echte auteur. Toen ging ik iets te snel de berg op. Daar sputterde ons project.

Verhalen verzinnen was super, maar zinnen herschrijven, waar was dat in hemelsnaam goed voor?

Gelukkig slaagden de lerares Nederlands en ik erin om samen voldoende weerstand te bieden. Hoe sterker de antagonist, hoe groter de held immers kan groeien. Doordat ze zichzelf overwonnen en hun teksten ondanks hun tegenzin toch polijstten, werden ze nog beter dan ze zelf ooit hadden kunnen denken, stuk voor stuk. Het bewijs? Hun fantastische bundel kortverhalen vol nieuwe paden waardoor de lezer op zijn beurt kan verdwalen in verhalen.

Auteursresidentie Goedele Ghijsen
©

Bob Van Mol