Van bruisende stad naar lege straten

Vertalershuis 04 augustus 2020

Olivera Petrović van der Leeuw

Vertaalster Olivera Petrović van der Leeuw verbleef in maart in het Antwerpse Vertalershuis. Ze werkte er aan de Servische vertaling van 'De capsulaire beschaving' van Lieven De Cauter.

Olivera zou normaal gezien tot eind maart in Antwerpen blijven, maar de coronacrisis besliste daar anders over. Door de dreigende lockdown moest ze haar verblijf helaas vroegtijdig afbreken. Toch houdt ze er bijzonder goede herinneringen aan over. Je leest het hieronder in haar verslag.

Een hartelijke ontvangst

Mijn verblijf in Antwerpen begon met een hartelijke en gastvrije ontvangst door Karen Thys. Ik wandelde met haar van het kantoor van Literatuur Vlaanderen naar het Vertalershuis in het monumentale pand in de Steenbokstraat. Onderweg spraken we onder meer over het nieuwste boek van Jeroen Brouwers, ‘Cliënt E. Busken’.

In het Vertalershuis leerde ik mijn medebewoner voor de volgende weken kennen: mijn Duitse collega Gerd Busse, de bekende vertaler van de duizenden pagina's van ‘Het Bureau’ van  J. J. Voskuil. Met Gerd kun je echt over alles praten, maar vooral over zijn lievelingsauteur Willem Elsschot. Als Elsschot-vertalers brachten we vanzelfsprekend een bezoekje aan Quinten Matsijs, het stamcafé van onder meer Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.  

Praktijkonderzoek voor de vertaling

Voor de vertaling van het boek van Lieven de Cauter, ‘De capsulaire beschaving. Over de stad in het tijdperk van de angst’, wilde ik het proces van de transformatie van de stad Antwerpen zien dat hij mediterranisering noemt. "Terwijl de kustplaatsen van de late negentiende eeuw de stedelijkheid aan de kust hebben neergepoot - Brighton had Londen aan Zee, Oostende Brussel-Bad en Le Touquet Paris-les-Bains kunnen heten - zo wordt nu omgekeerd de Ersatz-stedelijkheid van de badplaats teruggeëxporteerd naar de stad. Ik heb dit jaren geleden al gesignaleerd toen ik vaststelde dat door de omvorming van de Meir Antwerpen zich van havenstad tot badplaats transformeerde” (L. de Cauter, p.  313).

Om de omgeving van Antwerpen te zien nam ik samen met mijn collega Gerd Busse de boot over de Schelde naar Lillo. Na enkele minuten varen vanaf de haven van Antwerpen de stad van het Museum Plantin-Moretus, een van de interessantste musea binnen en buiten Vlaanderen zie je een heel andere landschap: tegelijk ouderwets industrieel en buitenaards futuristisch.

Industrie in de Antwerpse haven, gezien vanop de Schelde

Industrie in de Antwerpse haven, gezien vanop de Schelde.

Metafoor wordt realiteit

In de tweede week van maart ontving ik van de Servische uitgever Futura Publikacije de drukproef van mijn vertaling van ‘De Indiëromans’ van Jeroen Brouwers. Die moest ik nog eens heel grondig nalezen. Ik heb me zeker niet verveeld tijdens mijn verblijf in Antwerpen!

Corona veranderde echter mijn ritme van rustige werkdagen afgewisseld met spannende stadsverkenningen.  De capsularisering, een term van René Boomkens, was geen metafoor meer uit het boek van Lieven De Cauter. Het was plots de doodgewone werkelijkheid van lege straten en mensen die bang waren om hallo te zeggen. Wat corona niet kan veranderen is de herinnering aan enkele weken intensief werken in het Vertalershuis en aan de bijzonder prettige samenwerking met Karen Thys en Gerd Busse. Dankjewel!