“Laat je niet afschrikken door het woord ‘dossier’”

In de kijker 20 mei 2025

Jonas Bruyneel is een veelzijdig kunstenaar die zich beweegt tussen poëzie, proza, muziek en podiumkunst, en die inmiddels twee werkbeurzen van Literatuur Vlaanderen ontving voor zijn poëzieprojecten. In dit gesprek vertelt hij welke kansen die beurzen hem geboden hebben, maar ook hoe het schrijven van een dossier – voor velen iets heel uitdagends – zijn creatieve proces versterkte. 

Jonas Bruyneel
©

Hannes Bruyneel

Je hebt nu twee keer een werkbeurs voor poëzie ontvangen. Hoe heb je het aanvraagproces ervaren?  

“Het klopt dat ik de voorbije jaren een positief advies heb gekregen. Dat was ooit anders. In 2017 diende ik ook al eens een aanvraag in, maar toen schreef ik in mijn dossier vooral wat ik dacht dat de commissie wilde horen. Die aanvraag werd afgewezen. Intussen pak ik het helemaal anders aan. Ik stel mezelf een aantal vragen: Waar sta ik nu als schrijver? Waar wil ik over twee jaar staan? Dat is het vertrekpunt.   

Een dossier schrijven is voor mij een waardevol denkproces dat mijn creatieve werk mee vormgeeft. Het is een interne brainstorm die me helpt om mijn gedachten te structureren. Zo bevond ‘Mulhacén’ zich nog in een embryonale fase toen ik in 2023 aan mijn werkbeursaanvraag begon. Tegen de tijd dat ik het dossier indiende, was het voor mij duidelijk wat voor boek ik wilde maken.”

Cover 'Mulhacén' van Jonas Bruyneel

Welke impact heeft zo’n werkbeurs concreet op je schrijfpraktijk? Welke kansen biedt het?  

“Een werkbeurs geeft me vooral de tijd om in de diepte aan een project te werken. Dat is onbetaalbaar, zeker aangezien mijn inkomen volledig uit mijn werk als schrijver en kunstenaar komt. Een beurs geeft me verder de financiële ruimte om studiereizen te maken die essentieel zijn voor mijn werk, bijvoorbeeld mijn reis naar Spanje voor mijn boek over Federico García Lorca. Tijdens zo’n reis kan ik dan niet alleen belangrijke plekken bezoeken maar ook onderzoek doen in archieven, ter plaatse met mensen in gesprek gaan, enzovoort. Zo kan ik mijn werk verdiepen en verrijken. Zonder een beurs zou ik ‘tegen de klok’ moeten schrijven, en dat zou ten koste gaan van de kwaliteit.”

Stel jezelf de vraag: Waar sta ik nu? Waar wil ik naartoe? Hoe kan Literatuur Vlaanderen mij helpen om daar te komen?

Jonas Bruyneel

Waaraan werk je op dit moment? 

“Ik ben met twee heel verschillende projecten bezig. Enerzijds werk ik aan het narratieve reisgedicht waarvoor me vorig jaar een beurs werd toegekend. Daarnaast ben ik ook gestart met een roman die over een beroepsduiker gaat en zich grotendeels onder water en op Malta afspeelt. Voor dat tweede project wil ik ook een onderzoeksreis inplannen. Dat neem ik zeker mee in mijn nieuwe werkbeursaanvraag.” 

Wat is je advies voor makers aan het begin van hun carrière die twijfelen om een werkbeurs aan te vragen?  

“Wees in je aanvraag vooral jezelf. Schrijf niet wat je denkt dat anderen willen horen, wél wat jij wilt bereiken. Het helpt misschien ook om het niet als een ‘dossier’ te beschouwen – dat woord durft wel eens af te schrikken – maar eerder als een vorm van zelfreflectie. Je hoeft geen literatuurwetenschappelijk document te schrijven; dat idee zorgt voor onnodige druk. Stel jezelf vooral de vraag: Waar sta ik nu? Waar wil ik naartoe? Hoe kan Literatuur Vlaanderen mij helpen om daar te komen? Daar kan een commissie iets mee, en jij zelf ook.”