'Je moet zot zijn om strips te willen maken'

Over Literatuur Vlaanderen 13 november 2019

Cartoonist Steven Degryse, beter bekend als Lectrr, zit binnenkort in de adviescommissie strips. Literatuur Vlaanderen stelde hem enkele vragen over de rol die hij als commissielid wil spelen, over zijn werk als cartoonist en zijn visie op de toekomst van de strip.

Duwtje in de rug

Heb je zelf ooit een beurs aangevraagd?

Rond 2009 heb ik een reisbeurs aangevraagd (en ook gekregen) voor het stripfestival van Angoulême. Dat was een erg verrijkende ervaring. Helaas konden cartoonisten toen nog geen beroep doen op andere beurzen. Los daarvan heb ik wel altijd een goed contact gehad met Literatuur Vlaanderen (toen nog het Vlaams Fonds voor de Letteren). Ook al behoorde ik als cartoonist niet écht tot hun kerntaak, men heeft altijd eerlijk expertise, contacten en inzichten gedeeld, en dat heeft me vaak ook overeind gehouden.

Portret Lectrr

Cartoonist Lectrr zit vanaf 2020 in de adviescommissie strips.

Vanaf 2020 kunnen cartoonisten voor het eerst een werkbeurs aanvragen bij Literatuur Vlaanderen. Denk jij, als cartoonist, dat dit een belangrijke stap is voor de sector en dat er veel mensen gaan aanvragen? En voor welk soort projecten?

Ik denk inderdaad dat het een belangrijke stap is. Cartoons raken wereldwijd in de verdrukking, enerzijds door censuur en repressie maar anderzijds ook door het wegvallen van voorpublicaties en het verdwijnen van tijdschriften en kranten. Als ik zie hoe populair cartoons nog steeds zijn, dan is het zeker interessant dat er een manier bestaat om cartoonisten een duwtje in de rug te geven.

Ik heb niet meteen een idee wat voor projecten hiervoor in aanmerking zouden kunnen komen, maar gezien het succes van instagramcartoons zou het wel eens uit die richting kunnen komen. Zeker als je merkt dat die in boekvorm vaak ook erg succesvol zijn. Maar ik denk ook aan thematische bundels waarvoor anders weinig ruimte zou zijn, of aan eerder experimentele cartoons.

Weg met vooroordelen

Heel wat mensen denken nog steeds dat Literatuur Vlaanderen vooral de niche van de graphic novel ondersteunt. Nochtans staat in het reglement een veel bredere definitie van strips. Hoe kunnen we volgens jou drempels verlagen om de brede stripsector te bereiken? Heb je tips?

Eigenlijk zijn strips helemaal een niche geworden. Graphic novels zijn maar een niche van de niche, en toch liggen die werelden heel ver uit elkaar. Het is heel vreemd, maar het lijken wel twee parallelle werelden, terwijl er ook tekenaars zijn die tussen beide in bewegen.

Helaas is er tussen de gewone strip en de graphic novel nogal wat naijver, terwijl dat nergens voor nodig is: samen staan we veel sterker tegen de uitdagingen die voor beide stripvormen dezelfde zullen zijn.

Er zit echt ongelofelijk talent te wachten op de nodige steun.

Lectrr

Ik denk dat Literatuur Vlaanderen gewoon op de vloer aanwezig moet zijn: daar waar stripmakers komen – zowel online als fysiek. Er is nog heel wat werk aan de winkel op dat vlak. Heel veel tekenaars denken dat je enkel met een graphic novel kunt aankloppen bij Literatuur Vlaanderen. Zij zien de commissie strips als een soort van inteelt-netwerk, waar je enkel in komt als je iemand kent. Dat is natuurlijk onzin. Het is aan ons om dat vooroordeel de wereld uit te helpen door actief in dialoog te gaan met de stripwereld. Er zit echt ongelofelijk talent te wachten op de nodige steun. Vaak durven ze niet aanvragen omdat ze – in veel gevallen onterecht – denken dat ze niet in aanmerking komen.

Inzet voor de sector

Literatuur Vlaanderen heeft je gevraagd om in de adviescommissie strips te zitten en je moest niet lang nadenken voor je ja zei. Waarom?

De werking van Literatuur Vlaanderen is cruciaal voor onze sector. Ik geloof heel sterk dat we enkel door samen te werken vooruit kunnen als één stripsector, en dat het de taak is van elke tekenaar om ‘terug te geven’ voor alle kansen die je hebt gekregen. Eigenlijk geloof ik erg hard in de missie van organisaties als Literatuur Vlaanderen, maar ook Stripgids, Pulp Deluxe, de Stripgilde, enz. Samen kunnen we meer. En daar draag ik graag mijn steentje aan bij.

Binnenkort zit je samen met vier anderen in de adviescommissie Strips. Wat verwacht je daarvan? Welke rol denk je te kunnen spelen?

Ik hoop in eerste instantie veel te kunnen leren van de rest van de commissie, want ik heb zo’n werk nog nooit gedaan. Eigenlijk vermoed ik dat het wel vrij véél werk zal zijn, dus ik hou daar ook rekening mee en ben van plan dat uiteraard naar eigen vermogen zo goed mogelijk te doen. Maar daar stopt het niet. Ik hoop ook met veel mensen te kunnen praten en hen te overtuigen om een beurs aan te vragen, of op zijn minst contact te zoeken met Literatuur Vlaanderen.

Getekend zelfportret

©

Lectrr

Lees je zelf veel (Vlaamse) strips? Of ga je je inlezen als voorbereiding op het commissiewerk?

Ik ben een veellezer. Van romans, non-fictie, wetenschap, tot manga, erg veel Amerikaanse strips (zowel indie als de grote uitgevers), vrij veel Franse en ook veel Nederlandstalige strips én graphic novels. Als tekenaar zie ik het als mijn taak om mee te zijn met wat er leeft, of er op zijn minst van op de hoogte te zijn. Dat kan enkel door te lezen, te kijken en de vinger aan de pols (proberen) te houden.

Verder lees ik ook de meeste Europese striptijdschriften, volg ik trouw de Amerikaanse Previews en de kleinere independent distributeurs in het Verenigd Koninkrijk en de VS, dus ik kan wel zeggen dat ik op de hoogte ben. Al ben ik wel heel slecht in namen: ik vergeet heel snel namen van auteurs zolang ik er geen gezicht op kan plakken. Daar moet ik dus aan werken.

Doorbijten tegen beter weten in

Je leeft al (bijna) twee decennia van je werk als cartoonist. In die periode heb je ook een sterk internationaal netwerk uitgebouwd. Wat is het geheim van je succes?

Er is uiteraard veel toeval mee gemoeid: op de juiste plaats zijn op het juiste moment. Maar volhouden is het échte grote geheim. In de loop van die twintig jaar heb ik een aantal tegenslagen gehad van het soort waaruit een weldenkend mens de conclusie zou trekken dat het beter is om iets anders te gaan doen. Doorbijten tegen beter weten in is dé succesformule om het in de stripwereld te maken. Je moet zot zijn om cartoonist of striptekenaar te willen worden, en net dát maakt het aantrekkelijk.

Ik vrees dat er nog veel werk aan de winkel is om te voorkomen dat strips binnenkort in Bokrijk thuishoren.

Lectrr

Hoe heb je de sector zien veranderen in de loop van je carrière? Hoe is de sector er vandaag aan toe en wat zijn de noden?

Men zegt al twintig jaar dat gedrukte strips gaan verdwijnen en vervangen zullen worden door digitale. Maar er zijn inmiddels meer digitale uitgevers failliet gegaan dan uitgevers van papieren strips.

Het publiek is diverser geworden, en strips zijn verzwolgen door de populaire cultuur. Netflix, Marvel, cosplay, comics, strips, games, toys … Het is één grote entertainmentcultuur geworden die amper nog onderscheid maakt tussen highbrow of lowbrow. Het is een grote uitdaging voor een stripmaker om daar zijn of haar weg in te vinden, zeker omdat grote concerns de verhalende kracht van stripverhalen zijn gaan gebruiken zijn om hun kritisch gewicht nog zwaarder te maken. Maar net daar zit onze kracht: verhalen kun je blijven vertellen, in eender welke vorm.

Stripmakers zijn gedoemd om zowel creatieveling als ondernemer te zijn.

Lectrr

Maar de sector heeft het moeilijk: daar waar strips vroeger mainstream waren en graphic novels niche, zijn ze nu allebei nicheproducten in een enorm brede mainstream. Lezers hebben nu zoveel keuze. Het aanbod is zo enorm dat het ontzettend moeilijk geworden is om het publiek aan je te binden. Stripmakers zijn daarom gedoemd om zowel creatieveling als ondernemer te worden. Om zoveel mogelijk je verhalen naar buiten te dragen, moet je samenwerken met uitgevers en misschien ook anderen. Je bent naast maker ook social media marketeer, boekhouder, celebrity (als je het goed aanpakt), mentor, fanclubcoördinator, lid van commissies … Je staat altijd met één voet in het experiment, en met één voet in de praktijk. Maar net dat maakt het zo uitdagend.

Een ander aspect is de groeiende armoede onder tekenaars. Daar is nog geen onderzoek naar gebeurd, maar de ervaring leert me dat heel veel tekenaars onder het bestaansminimum opereren. Voor een kunstvorm die gezien wordt als levend cultureel erfgoed is dat een absolute schande, en iets wat niet door de beugel kan. Ik vrees dat er nog veel werk aan de winkel is om te voorkomen dat strips binnenkort in Bokrijk thuishoren.