Auteurs en vertalers evalueren Literatuur Vlaanderen

Over Literatuur Vlaanderen 28 mei 2020

Het ondersteunen van auteurs en vertalers in Vlaanderen is één van de belangrijkste missies van Literatuur Vlaanderen. Maar wat vinden de auteurs en vertalers eigenlijk van deze ondersteuning? Om daar zicht op te krijgen stelden Literatuur Vlaanderen en de Vlaamse Auteursvereniging (VAV) een bevraging op. Ze nodigden Vlaamse auteurs, illustratoren, stripauteurs en literair vertalers uit om die in te vullen.

Op basis van de reacties op de vragenlijst wil Literatuur Vlaanderen haar eigen werking evalueren. Ze wil van auteurs en vertalers graag horen wat goed gaat bij de ondersteuning, wat er beter kan, wat ze belangrijk vinden en hoe hun carrière een duwtje in de rug kan krijgen. Literatuur Vlaanderen neemt de resultaten van de enquête mee bij de voorbereiding voor haar meerjarenplan 2021-2025 en de onderhandelingen met de minister van Cultuur voor de nieuwe beheersovereenkomst. 

Deelnemersprofiel

304 deelnemers met verschillende profielen vulden de enquête in. Bijna twee derde omschrijft zichzelf als literair auteur.

Vooral oudere auteurs namen deel aan de bevraging. De leeftijdscategorie jonger dan 35 is met slechts 10% ondervertegenwoordigd. De leeftijdscategorie 55–64 jaar is met 29% het sterkst aanwezig. De meerderheid (59%) van de deelnemers aan de enquête is man.

Beroepssituatie

De meeste auteurs kunnen niet (volledig) van hun pen leven.

Slechts een op de vier (25%) is actief als zelfstandige in hoofdberoep en haalt alle inkomsten uit het auteurschap. 18% is deeltijds zelfstandig auteur en haalt meer dan 15% van het inkomen uit literaire activiteiten. Bijna de helft haalt de meeste inkomsten uit een ander beroep en minder dan 15% van de inkomsten uit het auteurschap. 14% van de auteurs is gepensioneerd, werkloos of heeft de vraag niet beantwoord.

Wat gaat er goed?

Over het algemeen bevestigen de auteurs en vertalers het belang van de belangrijkste opdrachten van Literatuur Vlaanderen: financiële steun aan auteurs en vertalers, de ontsluiting van literatuur naar een publiek en internationale promotie beschouwen zij als de belangrijkste taken van de organisatie.

Wat kan beter?

De deelnemers geven aan dat ze graag meer administratieve en juridische begeleiding zouden willen. Daarnaast vragen ze om nog meer in te zetten op leesbevordering en promotie van minder zichtbare auteurs. Sommige auteurs geven aan dat de administratie die erbij komt kijken een drempel vormt om een werkbeurs aan te vragen.

Werkbeurzen

Uit de resultaten van de enquête blijkt zowel bij de auteurs als bij de vertalers waardering voor het werkbeurzensysteem. Opvallend is ook dat het belang van werkbeurzen niet alleen erkend wordt door wie zelf al een werkbeurs ontving. Iets meer dan de helft (55%) van de deelnemers ontving nog nooit een werkbeurs, maar ook zij vinden bijna zonder uitzondering dat werkbeurzen zinvol zijn. Ze zijn het ermee eens dat een werkbeurs zorgt voor meer kwantiteit (vooral bij auteurs, minder bij vertalers), én meer kwaliteit. Een werkbeurs leidt echter niet tot volledige financiële onafhankelijkheid. Slechts een klein deel van de auteurs en vertalers kan leven van zijn of haar pen, vooral diegenen die ook lezingen geven. De laagste beurs die wordt toegekend, op dit moment 5.200 euro, moet volgens respondenten omhoog naar gemiddeld 7.478 euro.

Het maximumbedrag van de beurs, op dit moment 20.800 euro, hoeft voor de respondenten niet hoger te worden. Het ligt ook dichtbij wat de auteurs als een ‘ideale beurs’ beschouwen om hun auteurschap mee te verrichten, namelijk 19.008 euro.

De auteurs vinden de manier van beoordelen over het algemeen correct. Ze zijn het ermee eens dat de literaire kwaliteit van het werk, een transparant en overtuigend werkplan, de oeuvre-opbouw en de literaire persoonlijkheid van de auteur de belangrijkste basis moeten zijn voor de toekenning van de werkbeurs. Wel vragen ze meer transparantie over hoe de advisering van de commissies tot stand is gekomen.

Lezingen

Inkomsten uit auteurslezingen zijn belangrijk in de inkomensmix van auteurs en vertalers. De meeste deelnemers aan de enquête zijn tevreden over de dienstverlening die Literatuur Vlaanderen biedt voor lezingen. Op dit moment geeft Literatuur Vlaanderen per lezing een subsidie van 100 euro. Twee op de drie auteurs vinden dit een billijke vergoeding, maar een kleine stijging van het bedrag is wenselijk. Van de auteurs die lezingen geven, wordt een stijging naar gemiddeld 144 euro gevraagd.

Genderongelijkheid

Uit de enquête blijkt een ongelijke verdeling van de werkbeurzen: mannen vragen vaker een werkbeurs aan en krijgen ook vaker een werkbeurs toebedeeld, die bovendien gemiddeld hoger ligt dan bij vrouwen. De resultaten van de bevraging bevestigen wat Yannick Geens eerder in zijn onderzoek aangaf.