“De voorzitter van het BoekenOverleg moet fluiten”

Enthousiastere en eloquentere ambassadeurs dan Jos Geysels en Willem Bongers-Dek kan het boek in Vlaanderen zich nauwelijks wensen. Geen wonder dat Jos door Willem wordt opgevolgd als voorzitter van het BoekenOverleg, het overlegplatform van de boekensector. Een dubbelgesprek vol terug- en vooruitblikken.

Interview door Martine Cuyt

Jos Geysels en Willem Bongers-Dek
©

Andreas Van Esbroeck

“Het BoekenOverleg is het officiële adviesorgaan van de Vlaamse minister van Cultuur en daarmee de gesprekspartner van de politieke wereld voor thema’s die met boeken, literatuur en leesbevordering te maken hebben. Het platform behartigt de gezamenlijke belangen van de boeken- en letterensector, met respect voor de diversiteit en de autonomie van alle spelers die in het BoekenOverleg zijn vertegenwoordigd.” De pitch is van Willem, de nieuwe onafhankelijke voorzitter van het BoekenOverleg. Jos stelt niet bij.

Boeken en overleg

Waar kwamen het boek en het overleg in je leven, Willem?

Willem: “Ik ben jong begonnen met lezen. Volgens mijn moeder heb ik mezelf leren lezen met cassettebandjes. Ik volgde het prentenboekje dat dezelfde sprookjestekst bevatte als het bandje. Daar en in de bijzonder goede bibliotheek van het dorpje Zeeland in Noord-Brabant is mijn liefde voor het boek opengebloeid. Ik kreeg ook boeken, maar ik groeide niet bepaald op in een intellectueel gezin. Ik was de eerste in de familie van vaderskant die hogere studies ging doen. Toen ik Nederlands ging studeren in Utrecht, zei een oom tegen me: ‘Dat snap ik heel goed. Wij spreken geen Nederlands’ – want wij spreken alleen dialect, bedoelde hij. Ik was gefascineerd door taal en literatuur. Ik koos voor de studie Nederlands, omdat ik daar het meeste kon lezen. Ik was al snel gebeten door de Vlaamse literatuur: Elsschot las ik al vroeg. Het is geen toeval dat mijn dochter Ida heet en ik ben blij dat ik in Antwerpen, de stad van Elsschot, woon. In Utrecht kreeg ik les van de Vlaamse hoogleraar Geert Buelens, die moderne literatuur doceerde, en hij zorgde voor verdieping van mijn kennis van de Vlaamse schrijvers."

Willem Bongers-Dek
©

Andreas Van Esbroeck

Maart 2023 was dezelfde Buelens keynote speaker op je eerste Staat van het Boek als voorzitter, maar: wat met ‘overleg’?

Willem: “Ik ben al lang bezig met het stimuleren van samenwerkingen. Da’s natuurlijk ook mijn baan als directeur bij deBuren. Alles wat wij doen bij het Vlaams-Nederlands huis is in samenwerking, in afstemming. Het resultaat is dat ik heel erg geloof in de meerwaarde van overleg. Als je goed weet wat je zelf wilt en je kunt dat uitleggen, en je kunt goed luisteren naar de andere en die kan dat uitleggen, dan kun je samen ergens komen. Het lijkt heel simpel, maar die basis lukt lang niet altijd.”

Als voorzitter ben je maar wat de mensen rond de tafel je gunnen. Je springt zover als wat rond die tafel besloten wordt. Wat ik in Jos heb gewaardeerd, is dat hij af en toe een paar passen voor de troepen vooruit durfde te lopen, zonder die rugdekking te vergeten.

Willem Bongers-Dek
Jos Geysels
©

Andreas Van Esbroeck

Jos, jij bent behalve om je politieke engagement bekend om je inspanningen voor de boekensector. Waar en wanneer kwamen het boek en het overleg in jouw biografie?

Jos: “Ik ben een vurige fan van het boek sinds ik kan lezen. Dat is bij mij begonnen met strips, later vond ik Karl May fascinerend. Toen ik vijftien was, vertelde een voor het jezuïetencollege atypische leraar Nederlands dat er buiten Felix Timmermans – geen kwaad woord over 'Pallieter' – nog andere auteurs bestonden: Hugo Claus, bijvoorbeeld, en L.P. Boon: ‘Mijn kleine oorlog’ met de magistrale slotzin ‘Schop de mensen tot ze een geweten hebben’. En toen werd het ‘68 en was ik volgens de paters op het verkeerde, voor mij op ‘het lichtende pad’, beland. Boeken betekenden voor mij: de ramen open, zuurstof. De boeken kleurden mee mijn dag en dat doen ze nog steeds. Ik lees elke dag, ongeacht de drukte van mijn agenda. Altijd gedaan. Soms las ik slechts een paragraaf, maar lezen was en is mijn manier om de dag af te ronden met enige verbeelding. Lezen is geen kwestie van tijd, maar van prioriteit!”

Wanneer ontdekte je dat overleg jouw middle name zou worden?

Jos: “Overleg kwam met mijn eerste baan, bij de Volkshogeschool Elcker-Ik in Antwerpen, het eerste grootwarenhuis in progressieve ideeën en actiecomités. Ik heb de vier grote vredesbetogingen (‘79, ‘81, ‘83 en ’85) mogen meemaken met het Vlaams Actiecomité tegen Atoomwapens (VAKA) en dat was ook een overlegorgaan. Vervolgens ben ik in de politiek terechtgekomen. Ik heb soms overlegd tot het overleg mijn oren uit kwam: eerst intern, vervolgens ook extern, als fractievoorzitter, later als voorzitter van Agalev. Overleg is, naast het discussiëren over de verschillende visies en standpunten, eigen aan onze democratie: je overlegt met andere partijen, met het middenveld, met organisaties. Ik ben geen tegenstander van het compromis, maar het mag niet compromitterend zijn. Tegenwoordig wordt dat onderscheid niet altijd meer gemaakt in de politiek.”

Esohe Weyden
©

Andreas Van Esbroeck

En toen wist de boekensector je te vinden.

Jos: “Ik werd voorzitter van het helaas ter ziele gegane Boek.be, het samenwerkingsverband tussen de economische spelers van de Vlaamse boekensector. Boek.be was ook de organisator van de jaarlijkse Boekenbeurs. Daarna ben ik acht jaar voorzitter geweest van Literatuur Vlaanderen en ik was twee keer voorzitter van het BoekenOverleg (2008 en 2009 voorzitter vanuit Boek.be en sinds september 2018 tot eind 2022). Ik vond dat belangrijk.”

Ik lees elke dag, ongeacht de drukte van mijn agenda. Altijd gedaan. Soms las ik slechts een paragraaf, maar lezen was en is mijn manier om de dag af te ronden met enige verbeelding. Lezen is geen kwestie van tijd, maar van prioriteit!

Jos Geysels

Nieuwe voorzitter, nieuwe uitdagingen

Waarom stop je als voorzitter van het BoekenOverleg? En: koos jij Willem?

Jos: “Twee termijnen van twee jaar zijn voldoende. Ik besliste geen nieuw mandaat te vragen. Mijn opvolger, die ik zeer geschikt acht, is gekozen door de stuurgroep van het BoekenOverleg. Niet dat ik aan iemand anders dacht.”

Willem, wat is de grootste verdienste van je voorganger?

Willem: “Als voorzitter ben je maar wat de mensen rond de tafel je gunnen. Je springt zover als wat rond die tafel besloten wordt. Wat ik in Jos heb gewaardeerd, is dat hij af en toe een paar passen voor de troepen vooruit durfde te lopen, zonder die rugdekking te vergeten. Een voorbeeld? Ik noem het resultaat: de Boon, de grote literaire (dubbel)prijs die Vlaanderen al enkele jaren miste. Het zijn grote schoenen om te vullen. Het feit alleen al dat het BoekenOverleg als overlegorgaan is blijven bestaan en door de minister erkend wordt, is een grote verdienste. Mensen komen bijeen rond een belang en het is belangrijk dat je gezamenlijk dat belang verdedigt én dat het op het juiste niveau erkend wordt.”

Jos: “Dat is wat sommigen, met name de uitgevers, de laatste jaren te weinig doorhadden. Het BoekenOverleg wordt de facto sinds minister Schauvliege, in 2009, erkend: de adviezen en voorstellen die wij doen worden au sérieux genomen.”

Willem: “Voor mij blijft het ook van belang om de rol van Literatuur Vlaanderen in de uitvoer van het geïntegreerd letterenbeleid scherp te blijven zien. Literatuur Vlaanderen is een fantastisch instrument om de adviezen van het BoekenOverleg, waarvan zij secretaris is, gerealiseerd te krijgen.”

De Staat van het Boek - boekhandels
©

Andreas Van Esbroeck

Hoe pak jij het voorzitterschap aan, Willem?

Willem: “In de voorzitterschappen die ik al gehad heb, begon ik met deze vragen: Weten we eigenlijk nog waarom we hier zitten? Weet iedereen nog wat zijn precieze plek is aan tafel? Als je al wat langer bij elkaar zit, kan het idee verwateren. Die vragen wil ik ook bij het BoekenOverleg op tafel leggen: Wie zijn we? Wie vertegenwoordigen we en waarom? Als we dat weten en we kennen het doel dat we willen bereiken, missen we dan nog elementen? Het antwoord heb ik daar dus nog niet op. Al weet ik nu al dat de uitgevers een op dit moment nog ontbrekend puzzelstukje zijn, maar die gesprekken gaan in de goede richting. Als je elkaar wat langer niet ziet, ga je op een gegeven minder scherp zien wat je deelt. Ik wil die inschatting ook zelf opnieuw kunnen maken, want ik zit al sinds 2018 in het BoekenOverleg, als voorzitter van het Overleg Literaire Organisatoren (OLO). Na mijn sabbatical – vanaf na dit gesprek tot september – ga ik met iedereen apart samenzitten: vertegenwoordigers van de auteurs, de literaire organisatoren, de bibliotheken, de boekhandelaren, Iedereen Leest, CANON Cultuurcel, de literaire erfgoedsector, de uitgevers (GAU) en Literatuur Vlaanderen. Je moet om de zoveel tijd een keer terug naar de basis.”

Naar het beleid toe staat je alleen maar sterker als je weet waar je het over hebt. En, het spijt me heel erg, maar in Vlaanderen weten we nu heel vaak niet waarover we het hebben.

Willem Bongers-Dek
Geert Buelens op de Staat van het Boek 2023
©

Andreas Van Esbroeck

In zijn keynote vergeleek Geert Buelens het BoekenOverleg zonder uitgevers met ‘de NAVO zonder Amerika’. Jos, waarom zijn ze in 2019 opgestapt?

Jos: “Weet ik eigenlijk niet. Ik heb een mail ontvangen waarin stond dat ze zich niet meer terugvonden in het BoekenOverleg. De standpunten lagen wat de uitgevers betrof te ver uit elkaar. Een formele verklaring heb ik niet gekregen. Dat is ook niet belangrijk. Belangrijk is nu dat de vrienden-uitgevers met al hun kleuren en schakeringen zich weer aansluiten en komen meediscussiëren voor het memorandum van 2024.”

Willem: “Er waren een stuk of tien uitgevers aanwezig op de Staat van het Boek, maar ik hoop dat deze achtste de laatste editie was zonder uitgevers in het panel.”

Jos: “De tijd dat iedereen met zijn club naar de minister trekt, is voorbij. Dat mag, maar het werkt hoe langer hoe minder. Samen sta je sterk. Niets beter dan dat je bij de minister van Cultuur aanklopt met een gezamenlijke boodschap van de sector.”

Willem: “Neem nu het modelcontract voor auteurs. Op zich een fantastisch instrument, maar inmiddels zijn aanpassingen nodig. Alleen bestaat er op dit moment geen forum om te onderhandelen met de uitgevers. Ik heb er alle vertrouwen in dat het BoekenOverleg weer dat forum zal worden.”

‘De crisis in het boekenvak is totaal’, dixit Buelens. ‘En wat doet die sector? Onderling ruziemaken.’ Hij had het over de 2,3 procent omzetverlies van de algemene boekenmarkt. En nog: ‘De Vlaamse overheid lijkt te denken dat haar rol niet meer inhoudt dan (subsidiegever) Literatuur Vlaanderen overeind te houden.’ Niet bepaald een vrolijk momentum.

Willem: “Als je een deur wilt intrappen, doe je dat niet met een veertje. De openingszin van Geert heeft retorisch nut. Er beweegt wel degelijk wat achter de schermen. Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) zei laatst nog in het parlement: ‘Er is overleg. En er is uitzicht op meer samenwerking.’ Ik denk vooral dat we omhoog kunnen. Je moet niet noodzakelijk op een dieptepunt zitten om omhoog te kunnen.”

De Staat van het Boek - Willem
©

Andreas Van Esbroeck

Ik noem nog het verdwijnen van koepelorganisatie Boek.be en de bijbehorende Boekenbeurs in Antwerpen (en het daaropvolgende gebakkelei). Ik citeer uit jouw maidenspeech: ‘De mensheid is nog niet zo heel lang geletterd en als we niet opletten, zullen we het ook niet lang meer zijn’ en: ‘Al zijn er geen cijfers voor Vlaanderen, onze jongeren lezen minder en slechter.’

Willem: “Het goede nieuws is dat we samen die problemen kunnen aanpakken en over oplossingen kunnen praten. Dat er in Vlaanderen al vijftien jaar een structuur bestaat waarbinnen deze onderwerpen collegiaal worden besproken. Kijk maar naar de resultaten van het memorandum 2019 van het BoekenOverleg. Dat er een studiecentrum voor het boekenvak moet komen is duidelijk. Dat signaal moet het BoekenOverleg sterk uitdragen. Als je niet weet waar je staat, kun je niet weten waar je heen gaat. Daarvoor is onderzoek nodig. In elke sector bestaat er wel een instituut dat gewoon puur gegevens verzamelt en analyseert en op basis daarvan beleidsadviezen kan uitdragen. Nog cruciaal: dat de juiste spelers daarvoor samenkomen en hun gegevens durven te delen. Daar geldt opnieuw: het gezamenlijk belang moet gezien worden. Naar het beleid toe staat je alleen maar sterker als je weet waar je het over hebt. En, het spijt me heel erg, maar in Vlaanderen weten we nu heel vaak niet waarover we het hebben.”

Jos: “Als ik minister van Cultuur was, zou ik de sector prikkelen en dat broodnodige kenniscentrum steunen ‘als de sector goed samenwerkt’.”

Het Leesoffensief en bibliotheken

‘Wil iemand zijn volk weer leren lezen, alstublieft?’, de noodkreet(titel) van Buelens, sluit helaas perfect aan bij jouw onrustwekkende boodschap over ontlezing, Willem. Voor het eerst zal het BoekenOverleg zich straks, behalve op Europees, federaal en het Vlaamse ook op het lokale niveau richten?

Willem: “Ik denk dat weinig mensen beseffen hoe hard die ontlezing gaat. De val zal bar zijn. Als de geletterdheid wegvalt, worden de kwetsbaren vatbaar voor desinformatie en manipulatie. Als democratische overheid kun je daar alleen maar tegen zijn. Uit de Staat van het Boek halen we de beleidsprioriteiten voor de brede boeken-, letteren- en leesbevorderingssector (memorandum voorjaar 2024). We zullen straks ook de lokale overheden aanspreken omdat dat nodig is. Tegenwoordig zoeken de steden het zelf maar uit en moeten we erop rekenen dat de schepen intelligent genoeg is om het budget niet volledig in het plaatselijke zwembad te pompen, maar ook in de bibliotheek. Het geld is niet geoormerkt. Je ziet dus niet waar het naartoe gaat. En laat de bibliotheek nu een van die cruciale omgevingen zijn om ontlezing tegen te gaan. De bibliotheek is geen app, maar een brandpunt voor de democratie. Iedereen kan daar binnen, er is betrouwbare informatie beschikbaar en er zijn mensen die je wegwijs kunnen maken.”

Panelgesprekken Staat van het Boek 2023
©

Andres Van Esbroeck

Over de collectievorming van bibliotheken gesproken. Dichtbundels en bekroonde boeken blijken er vaak niet eens te vinden.

Willem: “Ik ben voorzitter geweest van de prozacommissie van Literatuur Vlaanderen: zo frustrerend dat je de boeken, die als de beste en vervolgens gehonoreerde dossiers de revue passeerden, na zes weken ziet verdwijnen in de boekhandel en die bovendien nauwelijks in de bibliotheek vindt.”

Jos (niets kan zijn stemming lang drukken): “Laat ons de bibliotheek steunen in de collectievorming! En niet omgekeerd-populistisch denken: waarom nog een beurs geven als het boek toch niet in de bib komt. Ik heb altijd gepleit voor kwaliteit en voor de democratisering van kwaliteit. De minister zou kunnen zeggen: ik steun de bibliotheken als er een federatie of steunpunt uit die sector komt.”

Laat ons de bibliotheek steunen in de collectievorming! En niet omgekeerd-populistisch denken: waarom nog een beurs geven als het boek toch niet in de bib komt.

Jos Geysels

Willem, wat heb jij dringend nodig?

Willem: “Geld klinkt als antwoord gemakkelijk, maar op basis van de gegevens die we hebben en wat we zien, is er gewoon geld nodig om de ontlezing tegen te gaan. Ter vergelijking: de Nederlandse Rijksoverheid besteedt 4,6 procent van de cultuurbegroting aan literatuur. In Vlaanderen is dat 1,56 procent.”

Staat van het boek - publiek
©

Andreas Van Esbroeck

Oké, meer geld en de uitgevers weer in het BoekenOverleg. Nu nog een opvolger vinden voor Boek.be.

Jos: “Wij kunnen slechts een pleidooi houden dat de economische spelers, de boekhandels en de uitgevers, goed samenwerken. Bijvoorbeeld als partners voor een vernieuwde Boekenbeurs.”

Willem: “Wij kunnen alleen de wens uitspreken vanuit het gedeelde belang. Dat blijft het fundament.”

Jos: “Ik ben redelijk hoopvol. Kijk naar Boekhandels Vlaanderen, in 2021 gegroeid uit de Vereniging Vlaamse Boekverkopers.”

Willem: “Mag ik wat betreft leesbevordering toevoegen dat ik blij ben dat Iedereen Leest en Literatuur Vlaanderen dadelijk samen zullen wonen in dat nieuwe pand? Die verhouding is ooit anders geweest. En dat het Leesoffensief in de steigers staat?”

De bibliotheek is geen app, maar een brandpunt voor de democratie. Iedereen kan daar binnen, er is betrouwbare informatie beschikbaar en er zijn mensen die je wegwijs kunnen maken.

Willem Bongers-Dek

Fluitend voorwaarts

Jos, wat neem jij mee van je voorzitterschappen in het boekenvak en meer specifiek van het BoekenOverleg?

Jos: “Ik koester het feit dat we bij het BoekenOverleg altijd tot resultaten zijn gekomen en dat wij die hebben kunnen presenteren aan het parlement en de minister. Wat mij een soort vrolijkheid heeft bezorgd. Ik ben trots op Literatuur Vlaanderen, en op een aantal feiten zoals de Vlaams-Nederlandse aanwezigheid op de Buchmesse in Frankfurt, op het nieuwe huis van Literatuur Vlaanderen. Ik heb eertijds gelobbyd om dat in de beheersovereenkomst te krijgen. Ik ben tevreden met de bereikte toelage voor non-fictie, met de stijging van 39 procent aan structurele middelen in vergelijking met drie jaar geleden, voor de letteren in het algemeen en Literatuur Vlaanderen in het bijzonder. Al moet ik eerlijksheidshalve toegeven dat de laatste stijging er gekomen is na mij. En ik ben heel blij dat ik mee de Vlaamse Auteurs Vereniging (VAV) heb opgericht, want voordien waren er maar liefst vijf of zes auteursclubs.”

De Staat van het Boek - Jos
©

Andreas Van Esbroeck

Wat wist je niet te bereiken?

Jos: “Ik had ooit de droom om Nederland en Vlaanderen te verbinden in een cultuurunie, ruimer nog dan een taalunie. Die droom is niet verwezenlijkt. En ik had Nederland graag zien aansluiten op de Boekenbeurs die in Antwerpen tot voor kort fantastische resultaten scoorde: in bezoekersaantallen, verkoop en verspreiding van het woord. Ik betreur dat die samenwerking niet gelukt is.”

En laat Willem nu thuis zijn in Nederland. Wat verwacht je van je opvolger?

Jos: “Moedig voorwaarts! En een frisse assertiviteit. Als directeur van deBuren heeft hij inderdaad ervaring wat betreft de samenwerking met Nederland. Hij is beslist een surplus voor het BoekenOverleg. Ik hoop dat ik nog mag meemaken dat die cultuurunie er komt.”

Een voorzitter moet intern inspireren en extern representeren. Zijn taalgebruik moet inhoudelijk sterk zijn, maar niet saai. Je moet als voorzitter mobiliseren rond voorstellen en oplossingen, niet het gezeur organiseren.

Jos Geysels

Hoort een voorzitter het BoekenOverleg breder bekend te maken, Willem?

Willem: “Nee, we gaan geen reclame maken voor onszelf. De behoefte om het BoekenOverleg bekend te maken bij een groter publiek is niet aanwezig. Wat we willen uitdragen, zijn de dingen waar we achter staan en waar we voor aan het lobbyen slaan.”

Jos: “Het boek is zo’n heerlijk product. Het boek is een correctie op de app. Weet je dat je in de supermarkt in Frankrijk ‘Les fleurs du mal’ van Charles Baudelaire tussen de batterijen en de Marsen kunt vinden? Fantastisch is dat!”

Willem: “Ik zou het boek bij de groentes leggen (ernstig). De overheid hier dreigde het boek in dezelfde categorie te stoppen als chocolade en cola, en de btw met 3 procent te verhogen. Het BoekenOverleg heeft inmiddels protest aangetekend en hopelijk vindt dat gehoor.”

Jos: “Lezen is buitengewoon, maar niet elitair. Literatuur is geen reservaat, geen luxeproduct. Het BoekenOverleg betreft een fijne groep mensen met, toegegeven, complexe belangen. Ik heb het graag voorgezeten en ik zal de begeerte behouden. Ik ben er blij om dat ik iets heb kunnen realiseren. En, om de dichter Michaël Zeeman te citeren: ‘Afscheid is een fonkelend misverstand’.”

Je blijft in de buurt, toch?

Jos: “Ik ben daar streng in: ex-voorzitter betekent ex-voorzitter. Ik ben 24/24 beschikbaar, zo Willem mij nodig heeft. Indien niet: ook prima. Een laatste tip? Een voorzitter moet intern inspireren en extern representeren. Zijn taalgebruik moet inhoudelijk sterk zijn, maar niet saai. Je moet als voorzitter mobiliseren rond voorstellen en oplossingen, niet het gezeur organiseren. Dat is goed voor het humeur. Een voorzitter moet fluiten.”

Willem, ben jij een goede fluiter?

Willem: “Ik ben een uitstekende fluiter én met de glimlach (lacht breed).”

Jos en Willem
©

Andreas Van Esbroeck